Door
Cees Witkamp
Medewerker Vogelbescherming
Geplaatst op 25 juni 2020
In 2017 kocht ik een stukje grond met een oud boerderijtje in Estland. Het boerderijtje was een wrak, maar de vier hectare land erbij zag ik wel zitten. Het stuk bestond uit negen perceeltjes. De drie nabij de boerderij waren zo te zien gebruikt om vee te weiden, want er stonden oude afrasteringen met prikkeldraad. Deze perceeltjes waren al jaren niet meer gebruikt en behoorlijk verruigd. De drie andere zagen er wat beter uit en werden jaarlijks laat in het seizoen gemaaid. De laatste drie perceeltjes had ik toen nog niet bezocht, die lagen verder weg.
De toetreding tot de Europese Unie zal voor veel inwoners hier een hele vooruitgang gegeven hebben, maar de boerenlandvogels kregen het zwaar. Waar eerst prachtige velden vol sleutelbloemen, orchideeën en bolboterbloemen stonden, staat nu vaak hoog productief gras. Hier is het moeilijk uit te houden voor een vogel.
Ik was dan ook voornemens om er wat van te maken, van die vier hectare, liefst weer terugbrengen naar kruidenrijk grasland, zonder ruigte met zeggen en grassen, dotters, kleine schorseneer, hondsviooltje, echte koekoeksbloem, knikkend nagelkruid, dat soort spul. Leefgebied voor vele vogels. Toen ik er later nog eens vier hectare bij kon kopen sterkte dat voornemen. Maar als je dan eens een rondje loopt, merk je wel dat acht hectare een aardige lap grond is. Wat moet je doen om het zover te krijgen?
Eén ding was duidelijk, grasland moet je maaien, maaien, maaien om het grasland te houden en de verruiging te stoppen. Alles zelf doen zonder trekker was onmogelijk, dus zette ik er een pachter op, die eerst de drie meest verwaarloosde percelen onder handen nam in mei. Ik had van te voren gecheckt op broedvogels en die zaten er niet.
De nieuwste percelen zou hij na het broedseizoen maaien, in augustus. Begin juni merkte ik echter dat het gras op dat stuk erg hard groeide. Veel harder dan ik had verwacht. Ik dacht erover om de pachter eerder te vragen. Maar, nadat ik een nachtje op dat perceel had geslapen, bleek er een roepende kwartelkoning te zitten! Tja, dan is het duidelijk natuurlijk: wachten met maaien.
Op de drie oude percelen begon inmiddels weer ruigte op te komen, dat was ook niet wat ik wilde. Dus, de zeis uit de schuur gehaald en een flink stuk uitgemaaid. Tijdens het werk, merkte ik dat op die stukjes ook nog eens twee kwartelkoningen zaten, dat waren er al drie. Plus nog eens twee veldleeuweriken en een paapje. Voorzichtigheid was geboden dus en ik deed alleen de paar stukjes die het meest verruigd waren.
Vandaag wilde ik hetzelfde stuk nog eens doen met de zeis, maar laat daar nu toch de vierde kwartelkoning zijn gaan zitten. Vlak naast het huis, in een stuk met moerasspirea en gras. Soms zit ie zo dichtbij dat je je rot schrikt als ie het ineens op een schreeuwen zet. Overigens heet de kwartelkoning hier roggeschreeuwer, toch een mooiere naam dan kwartelkoning vind ik zelf.
De drie perceeltjes die ik nog nooit had bezocht dan maar. Kijken hoe die erbij staan. Ook hier veel achterstallig onderhoud, maar vol slootjes, geulen en andere hoogteverschillen en niet te doen met de trekker. Dat werd dus handwerk. De zeis mee, de schop mee, maar gewoon de spirea met de hand uittrekken bleek het beste te werken. Maar was ook gruwelijk tijdrovend. Wel therapeutisch; op je knieën plantjes uit de grond trekken en na uren merken dat je een paar vierkante meter hebt gedaan en er nog twee hectare rest. Amper zat ik daar en wat hoorde ik: een kwartelkoning. Dat was dus nummer vijf.
Ik ga toch maar een bosmaaier aanschaffen om meters te maken…
Er zijn nog een paar hoekjes waar geen vogels zitten en ik wel wat kan maaien, dus dat doe ik. Want als ik niets doe, gaat de verruiging gewoon door en heb ik over een tijdje bos en geen kwartelkoningen meer. En dat wil ik niet, daarvoor zijn de kwartelkoningen - inmiddels mijn kwartelkoningen - me te dierbaar.
Vogelbescherming stelde factsheets samen op basis van alle onderzoeken in binnen- en buitenland. Gratis, voor iedereen die betrokken is of meer wil weten over akkervogels.
Waar hoor je nog het heldere 'grutto, grutto’? De vogels van het boerenland hebben onze hulp nodig, vóór de allerlaatste vogel of bloem verdwenen is. Onze inzet: meer natuurrijk boerenland.