Geplaatst op 17 januari 2016
Ook dit jaar is de huismus opnieuw de meest getelde vogel in de Nederlandse tuinen. De huismus leeft in groepen, waardoor deze vogel qua absolute aantallen op de eerste plek eindigt. In de top 10 staat de koolmees op de 2e plaats, gevolgd door de merel. De merel is de vogel die in de meeste tuinen is gezien.
De spreeuw eindigt dit jaar voor het eerst sinds de start van de Tuinvogeltelling buiten de top-10, op de elfde plaats. De afgelopen jaren zien we het aantal getelde spreeuwen tijdens de Tuinvogeltelling afnemen. Dat beeld komt overeen met andere onderzoek: zo is het aantal spreeuwen dat in ons land broedt de afgelopen 20 jaar met 40% afgenomen. Hetzelfde zien we in andere Europese landen.
Tegelijkertijd is de opkomst van de halsbandparkiet ook goed terug te zien in de Tuinvogeltelling: ook dit jaar werden er meer geteld. De halsbandparkiet is een knalgroene vogel, die zich door toedoen van de mens hier heeft gevestigd. Het zijn ontsnapte en losgelaten kooivogels. De halsbandparkiet profiteert in de winter van het bijvoeren door de mensen en het vele voedsel in de steden.
Dit jaar werden er ook veel kepen geteld, ruim twee keer zoveel als afgelopen jaar. Kepen, vink-achtige vogels, zijn afkomstig uit het noorden en oosten van Europa. Ze overwinteren in de landen waar veel beukennootjes te vinden zijn. In Nederland zou nu sprake zijn van een zogenaamd goed mastjaar, een jaar waarin bomen veel vrucht dragen. Dat trekt niet alleen kepen aan, maar is goed voor meer vogelsoorten.
De cijfers betreffen een voorlopige uitslag van zondagavond 17.00 uur. Deelnemers kunnen hun telling nog doorgeven tot maandag 18 januari 12.00 uur. Op www.tuinvogeltelling.nl is de actuele stand van zaken te zien. Hier is ook de top-10 per provincie en per stad te bekijken. Via resultaten en het tabblad 'In mijn buurt' kunnen mensen via google maps zien welke vogels in de eigen omgeving geteld zijn.