Geplaatst op 2 december 2015
Sinds najaar 2014 vindt in en nabij Natura 2000-gebieden in Overijssel afschot plaats van grauwe ganzen, kolganzen en brandganzen. Volgens de provincie is hier geen natuurbeschermingswetvergunning voor vereist. De Natuurbeschermingswet verbiedt echter het zonder vergunning uitvoeren van activiteiten die schadelijk kunnen zijn voor Natura 2000-gebieden. De provincie heeft verzuimd om de effecten van dit afschot op de beschermde vogelsoorten zorgvuldig te onderzoeken.
Onverstandig, want de provincie had kunnen weten dat de effecten van afschot op beschermde vogels vaak aanzienlijk zijn. Door wetenschappelijk onderzoek weten we dat jacht niet alleen logischerwijs een ernstig verstorend effect op vogels heeft, maar ook dat de kans groot is dat bij het afschot schade ontstaat aan rustende, foeragerende en broedende vogels waar deze natuurgebieden juist voor zijn aangewezen. Sommige gebieden zijn ook voor overwinterende trekganzen aangewezen. Die liepen het risico dat ze zelfs in de gebieden waar ze beschermd moeten worden, zouden worden doodgeschoten. Vogelbescherming diende daarom een handhavingsverzoek in bij de provincie. De provincie wees dit verzoek af, evenals het tegen die afwijzing gerichte bezwaar. In beroep heeft de Raad van State nu bepaald dat het afschot zonder vergunning in strijd is met de Natuurbeschermingswet.
Vogelbescherming Nederland roept de provincie Overijssel na deze uitspraak op om afschot in Natura2000-gebieden die voor vogels zijn aangewezen direct te stoppen en tot in een omtrek van 500 meter daaromheen te verbieden. Vervolgens kan eventueel op basis van een vergunningaanvraag beoordeeld worden of er vergunning kan worden verleend. Daarbij is zorgvuldig en adequaat onderzoek in de vorm van een passende beoordeling een vereiste.