Geplaatst op 24 september 2014
In 2005 werd in het Scheldeverdrag vastgelegd dat er minimaal 600 hectare nieuwe estuariene natuur gerealiseerd moet worden in de Westerschelde. Ontpoldering van de Hedwigepolder zal 300 hectare van deze natuurherstelopgave opleveren. De andere helft zou via ontpolderingen in het zoutere benedenstroomse gebied moeten plaatsvinden.
De provincie probeert onder de ontpolderingen in het middengebied van de Westerschelde uit te komen door als alternatief strekdammen aan te leggen en bestaande dammen te verhogen om op die manier kunstmatig laagdynamisch gebied (plekken waar het water langzaam stroomt waardoor zand en slib bezinkt en voor vogels vaak veel voedsel te vinden is) te creëren. Vogelbescherming is van mening dat deze dammen geen bijdrage leveren aan het vereiste natuurherstel, omdat zij haaks staan op het uitgangspunt dat meer ruimte moet worden gegeven aan de rivier. Door de strekdammen krijgt de rivier juist minder ruimte, waardoor de natuurlijke processen in het estuarium verder worden aangetast.
Vogelbescherming heeft daarom een beroepsprocedure bij de Raad van State aangespannen tegen de verlening van deze vergunning door de provincie Zeeland. De zitting in deze procedure vond vandaag plaats. De uitspraak volgt naar verwachting over ongeveer 6 weken.