Geplaatst op 2 mei 2014
De meeste van die geluiden zijn terug te brengen op vogels. Met wat oefening herken je de rietgors, kleine karekiet en rietzanger. De waterral klinkt als een schreeuwend speenvarken. Tot je ergens ver weg een wekker af hoort lopen. Een aanhoudend lang geratel, alsof iemand maar niet wakker wil worden. Het is de zang van de snor óf de sprinkhaanzanger. Het klinkt enigszins mechanisch. Klinkt niet alleen als een wekker, maar je zou er ook het geratel van een ‘tractor in de verte’ in kunnen herkennen.
Meester ratelaar is wel de snor. Zijn zang is een snelle, eindeloos lijkende triller, die langer en qua toonhoogte lager is dan die van de sprinkhaanzanger. Je hoort het hier. Het is een monotoon snorrend geluid, dat de vogel veelal van ergens tussen het riet laat horen. De heggenmusgrote vogel vliegt weinig, maar sluipt als een dief in de nacht door de vegetatie. Dit is ook de periode dat je hem het vaakst kunt horen, ’s nachts.
De snor is egaal bruin van kleur, zonder strepen, maar met een lichtkleurige onderbuik. Eind juli vertrekt de snor naar het zuiden. Hij vliegt de Sahara over om in zuidelijk Afrika te overwinteren. Vanaf april kun je de vogel weer terug verwachten.
De zang van de sprinkhaanzanger – het geluid doet denken aan een tsjirpende sprinkhaan – is eveneens een lange triller, maar korter dan die van de snor. Hier kan je ernaar luisteren. De geluidssterkte lijkt te wisselen door het tijdens de zang draaien van de kop. De iets kleinere sprinkhaanzanger is algemener dan de snor en is minder van rietvelden afhankelijk. Je hoort hem ook in ruige open gebieden, struiken, pitrusvelden en op kapvlaktes.
De bovendelen van de sprinkhaanzanger zijn bruin met lichte en donkere vlekken. Sprinkhaanzangers bewegen zich net zo stiekem door de vegetatie als de snor. Net als de snor vliegt hij naar Afrika om te overwinteren en keert ongeveer half april weer terug.
Fascinerende vogels zijn het die snor en sprinkhaanzanger!