Duiven voeren hun jongen met 'duivenmelk' uit hun krop. De krop is een verbreding bovenin de keel, waar de jongen de dikke 'melk' uitpikken. Briljant, want zo kunnen ze het hele jaar door jongen groot krijgen, ook als er geen insecten zijn.
Het gaat erg goed met de Turkse tortel, dus de kans dat je er één ziet is groot. Ze zijn vaak met z'n tweeën en goed herkenbaar aan het dunne, zwarte nekbandje.
Sommige stadsduiven hebben bijna dezelfde kleur als hun wilde voorvader de rotsduif. Andere zijn helemaal of gedeeltelijk wit, grijs(groen), bruin enzovoort. Ze leven in groepen en komen veel voor in steden en dorpen.
De holenduif lijkt met de groene en roze kleuren op nek en hals op sommige kleurvarianten van de stadsduif. De holenduif komt echter niet vaak in tuinen, dus als je twijfelt is de kans groot dat je een stadsduif ziet.
De houtduif: de grootste, meest voorkomende duif van ons land. Hij heeft een witte vlek in de nek en een brede roze borst en loopt vaak op de grond eten te zoeken. Gezellig, net een kip.