Het gebruik van dode vogels op hoeden, zoals dwergsterns, was in die tijd in de mode. De vereniging uitte haar verontwaardiging over dit gebruik van vogels. Korte tijd later richtte de vereniging zich ook op andere onderwerpen, zoals jacht, landbouw en de waarde van vogels in de natuur.
In 1912 wisten de vogelbeschermers van het eerste uur alle wilde vogels in Nederland beschermd te krijgen, daarmee was Nederland het eerste land in Europa dat vogels beschermde.