Aquatic Warbler, Acrocephalus paludicola - Rietzangers (Acrocephalidae)
De waterrietzanger is in ons land een zeldzame doortrekker met hooguit enkele exemplaren per jaar. Bijna alle waarnemingen hebben betrekking op jonge, eerstejaars vogels die vanuit hun broedgebieden via Noordwest-Europa naar het zuiden trekken. Het is een liefhebber van natte weilanden met zegge en zeggemoerassen. Hij broedt vooral in Polen en verder in Oost-Europa. De waterrietzanger lijkt in uiterlijk op de in Nederland veel algemenere rietzanger, maar is - onder meer - zwaarder gestreept op de rug en kop.
Lijkt op rietzanger, maar contrastrijk zwart en geelbeige gestreepte rug en kop, met lichte scherp afgesneden middenkruinstreep. Daarnaast een lichte teugel - het deel tussen snavel en oog. Op het eerste gezicht een stuk lichter, meer witgeel dan rietzanger. Volwassen vogel heeft fijne streping op borst en flanken, jonge vogels egaal; bij rietzanger is dit omgekeerd.
Zang veel trager en eenvoudiger dan van rietzanger, met veel korte pauzes. "terrrr...di-duuu ...terrr---luu-luuluu...terrr..." etc. Zingt vooral in avondschemering. Roep kort en tongklakkend "tk", lijkt erg op die van rietzanger.
13 cm
Broedt van mei - juli. Tussen 15 en 22 mei wordt doorgaans eerste ei gelegd, als er een tweede legsel komt tussen 28 juni en 4 juli. Heeft normaal één legsel van 3-7 eieren. Broedduur 12-15 dagen. Mannetjes hebben geregeld meerdere nesten, maar vrouwtjes ook meerdere mannetjes. Het nest is een kommetje van gras, stengels en bladeren, spinnenwebben en plantaardig materiaal, bekleed met fijner materiaal en met een dakje. Het bevindt zich tussen de 3-30 cm boven - moerassige -grond of boven water. Jongen vliegvlug na 13-16 dagen.
Zeggemoerassen en -velden zijn bij uitstek favoriet als broedgebied. Buiten broedtijd rietvelden, vegetaties met zeebies en zwanenbloem, egelskop e.d. Ook wel in ruigte met riet. Tijdens trektijd in Nederland in dergelijk habitat te vinden.
Hoofdzakelijk insecten en andere ongewervelden als spinnen e.d.
Komt al vroeg in Nederland op doortrek, vanaf eind juli tot begin september. Doorgaans niet makkelijk te vinden, ondanks lage zegge/riet-begroeiing, vaak enkelingen, soms een tweetal. Overwinteringsplekken niet goed bekend, maar in ieder geval in Senegal en Mali oostelijk tot Ghana. Dit is pas recent ontdekt toen in Senegal in 2007 een redelijk aantal is gevangen in mistnet voor onderzoek.
doortrekker in uiterst klein aantal
De aantallen in Nederland fluctueren, maar het aantal is te klein om van een trend te spreken. Tot in de jaren '40 van de vorige eeuw broedde de soort in Nederland.
Aantal broedparen | Geen broedvogel |
Geschat maximum aantal overwinteraars | aantal onbekend |
Doortrekkers | 1-100 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Er zijn diverse bekende plekken, die vaak tijdelijk geschikt zijn vanwege de successie door riet over de zegge heen. Bekende plekken zijn/waren Bakkersdam, Abtskolk, Lentevreugd en er ontstaan ook nieuwe plekken zoals Dijkgatsweide en de Nieuwe Droogmaking bij Berkel en Roderijs.
Broedvogel van Polen, Litouwen, Wit-Rusland en Oekraïne, maar ook Hongarije.
De soort is internationaal beschermd en geclassificeerd als kwetsbaar ('Vulnerable') vanwege het afnemende broedareaal van zeggemoerassen (zowel in oppervlakte als door successie), het verdwijnen van traditionele landbouwmethoden en veranderingen in de waterhuishouding. De soort heeft een relatief klein broedareaal over en komt alleen nog verspreid voor in Polen (Biebrza), Litouwen, Wit-Rusland en Oekraïne, en wordt hier uitvoerig beschermd dankzij internationale afspraken.
De waterrietzanger is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn waterrietzangers beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de waterrietzanger wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen, omdat de soort slechts in beperkte mate in Nederland voorkomt.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal