Maak zelf vogelvoer
Werkblad - kies jouw vogel en creëer voor hem het ideale vogelvoer.
Hoe weet je wat je vogels het beste kunt voeren? Leerlingen bepalen welke tuinvogels ze willen lokken en stemmen daar het voer op af. Ze gaan aan de slag met het maken van pindakaas-dennenappels, vetbollen en pindasnoeren. Daarnaast maken ze een eenvoudig voederhuisje van een melkpak. Deze les is goed in te zetten na de les: Welke snavel past bij welk voedsel?
Onderdelen in deze les:
- Activiteit 1: vetbollen maken (40 min)
- Activiteit 2: Pindaslinger maken (15 min)
- Activiteit 3: Pindakaas-dennenappels maken (15 minuten)
- Activiteit 4: Voederhuisje maken (45 min)
- Extra activiteit: Je eigen voederplank maken (2 uur)
Benodigde materialen:
Algemeen
- dun, stevig touw (bijvoorbeeld vliegertouw)
- vogelvoer: vogelzaden, bessen, krenten of rozijnen, zonnebloempitten, appel
Voor vetbollen
- 3 pond ongezouten frituurvet (bijvoorbeeld ossenwit)
- pan
- grote kom
- gasje of elektrisch kookplaatje (of fornuis)
- grote roerlepel
- kartonnen bekertjes, plastic bekertjes of cakevormpjes (1 per vetbol)
- aantal bakjes voor voermengsels
- cocktailprikkers (1 per vetbol)
- 1 Aantal afhankelijk van het aantal leerlingen dat de activiteit tegelijk doet.
Voor pindaslingers
- doppinda’s
- stopnaald
- dun, stevig touw
Voor pindakaasdennenappels
- grote dennenappels (1 per leerling)
- ongezouten (vogel)pindakaas (via natuurwinkel, dierenwinkel of Vogelbescherming)
- kom met vogelzaad
- dun, stevig touw
- ijsstokjes om mee te smeren
Voor voederhuisjes
- leeg melkpak (1 per leerling)
- scharen of prikpennen
- linialen
- potloden
- touw
Openen (PDF)
Classificatie
Kerndoelen:
- 39 (zorgen voor dieren)
- 33 (meten en rekenen met maten)
- 40 (functioneren dier in omgeving)
Doelgroep:
Seizoenen:
Evenementen en feestdagen:
Vakken:
Binnen/ buiten: