De meer dan 350 gemeenten in Nederland spelen een grote rol als het gaat om kwaliteit van onze natuur en het openbare groen, zoals parken. Gemeenten nemen ook belangrijke besluiten als het gaat om de locatiekeuze van nieuwe woonwijken, windparken, wegen, recreatie- en natuurgebieden. Maar ook hoe om te gaan met energietransitie, aanpassingen aan klimaatveranderingen en nog veel meer. Beslissingen die van grote invloed zijn op natuur en vogels, en natuurlijk ook op het leefgebied van bewoners.
In aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in 2022 heeft Vogelbescherming alle gemeenten opgeroepen om ervoor te zorgen dat de rijkdom aan vogels en natuur in hun gemeente beschermd of juist hersteld wordt. Dat geldt niet alleen in natuurgebieden maar vooral daarbuiten. Want overál zijn maatregelen nodig: op het boerenland, in recreatiegebieden en niet in de laatste plaats in de directe woonomgeving van het gros van de Nederlanders: in de stad of in het dorp. Heel gewone soorten planten en dieren, waaronder veel stadsvogels, gaan namelijk juist buiten de beschermde natuurgebieden al heel lang hard achteruit. Denk aan ooit zeer talrijke vogels als kievit, spreeuw, veldleeuwerik en huismus. En insecten als bijen, hommels, vlinders en sprinkhanen. Planten als het madeliefje vind je nauwelijks nog in weilanden.
Vogelbescherming heeft onlangs onderzocht welke plannen de twintig grootste gemeenten van ons land hebben opgenomen voor natuur en groen in de coalitieakkoorden voor de komende raadsperiode. Positief is dat vrijwel elke gemeente volop wil inzetten op natuurvriendelijk (‘natuurinclusief’) bouwen en de transitie naar duurzame energie. Er wordt duurzaam, klimaatadaptief en energiezuinig of -neutraal gebouwd in veel gemeenten. Er is een duidelijke visie op hoe het klimaat en natuur een rol speelt in bouw van onze toekomstige huizen en in het verbeteren van onze huidige huizen. Goed nieuws dus voor gierzwaluwen!
Veel gemeenten zien het belang in van natuur en groen dicht bij huis. Groene daken, groene straten en groene parken; dat is wat gemeenten willen. Op veel plekken moet ruimte gemaakt worden voor nieuw groen, waarbij men inzet op meer participatie van bewoners en natuur- en milieuorganisaties. Dit biedt grote kansen voor meer en betere natuur.
‘Operatie Steenbreek’, met als doel verstening van de stad te verminderen, wordt vaak gebruikt als middel om de steden en gemeenten te vergroenen en om deze beter bestand te maken tegen wateroverlast en -hitte. In Amsterdam worden pleinen en straten vergroend en openbare parken en tuinen ‘onttegeld’. In Utrecht moeten net zoveel bomen geplant als huizen gebouwd. Ook het vergroenen van particuliere tuinen wordt op meerdere plekken gestimuleerd.
Biodiversiteit is een zeer belangrijk onderwerp voor gemeenten. Méér groen dus, dat ecologisch wordt beheerd en ingericht en nadrukkelijk de biodiversiteit moet verbeteren. Rotterdam wil een grote slag te maken door flink te vergroenen, zo valt te lezen. Ook in Eindhoven is biodiversiteit een van de speerpunten. In de aanleg van parken, plantsoenen en het snippergroen gaat Eindhoven rekening houden met biodiversiteit. Het langer behouden van bomen wordt door veel gemeenten gezien als een belangrijk middel om biodiversiteit te vergroten, net zoals het creëren van parken en tuinen.
De meeste van de twintig grootste gemeenten streven ernaar om volgens de richtlijnen van het kabinet in 2050 klimaatneutraal te zijn. Een aantal steden en gemeenten stellen zelfs scherpere doelen, bijvoorbeeld door al in 2030 klimaatneutraal te willen zijn. Het klimaatbeleid wordt integraal opgepakt, energietransitie alleen is niet voldoende om doelen te behalen. Er wordt samengewerkt in de Regionale Energie Strategieën, waarbij vaak expertise van organisaties wordt ingeschakeld. Inwoners worden in veel gemeenten actief betrokken bij de energietransitie.
In diverse gemeenten wordt het grote belang van (stads-)natuur onderkend, natuur dichtbij dus. Belangrijk voor bewoners, die er een prettige leefomgeving voor krijgen, maar ook voor vogels en andere diersoorten. In Tilburg wordt bij de nieuwbouw rekening gehouden met voldoende nestmogelijkheden voor vogels en Almere gaat zich inzetten om vogels in het broedseizoen beter te beschermen. Utrecht gaat nog het verst hierin en heeft het Vogelhuisakkoord van Vogelbescherming omarmd in haar plannen!
Kortom, de gemeenten zijn zich bewust van de uitdagingen die voor zich liggen. Sommige zijn al concreet op weg naar een klimaatneutrale toekomst door middel van energietransitie en vergroening, maar andere zijn nog duidelijk zoekende naar de specifieke inhoud. Vogels en andere dieren blijven wat achter in de plannen, maar worden her en der wel genoemd. Met name in akkoorden die spreken over natuurinclusieve en ‘biodiverse’ stadsparken.
Er zijn dus nog volop kansen voor vogels en natuur in de gemeentelijker plannenmakerij en de uitvoering. Zie jij kansen om meer te doen aan natuur en vogels in je omgeving, wellicht samen met anderen? Daarvoor biedt Vogelbescherming een scala aan hele praktische mogelijkheden. Van een handleiding voor het organiseren van een werkbezoek voor gemeenteraadsleden tot het adviseren voor ecologisch en vogelvriendelijk beheer.
Goed stedelijk groen zorgt voor verkoeling in de zomerhitte, zuivert de lucht en biedt volop ruimte aan mede-stadsbewoners, zoals huismus, gierzwaluw, merel of gewone dwergvleermuis. Kijk voor inspiratie en oplossingen op
Vogels zijn een graadmeter voor de kwaliteit van de leefomgeving. Gaat het goed met de vogels in een stad, dan gaat het goed met het stedelijk groen; ook gezond voor mensen.