Navigatie overslaan
Korhoen / Shutterstock

Standpunt herintroducties

Herintroductie is het uitzetten van verdwenen vogels en andere diersoorten in de vrije natuur met als doel opnieuw een zelfstandige, duurzame populatie te stichten. Dat kan een landelijk of lokaal verdwenen soort zijn. Als dieren van elders (uit het wild of uit gevangenschap) worden toegevoegd aan een bestaande populatie is er geen sprake van herintroductie, maar van bijplaatsing. Daaronder valt ook het ‘head-starting’, het bijplaatsen van kunstmatig uitgebroede jonge vogels. 

Probleem

Vogelsoorten kunnen uitsterven op lokaal, nationaal en internationaal niveau. Dat is meestal het gevolg van menselijk handelen, zoals verlies en aantasting van hun leefgebied, excessieve jacht, vervuiling, introductie van invasieve exoten en door de mens veroorzaakte klimaatverandering.

Sinds 1900 zijn de volgende broedvogelsoorten uitgestorven in Nederland: duinpieper, goudplevier, griel, hop, klapekster, lachstern, ortolaan, roodkopklauwier, zuidelijke bonte strandloper (Rode Lijst 2017). Deze soorten zijn alle nog jaarlijks in Nederland aanwezig als doortrekker of wintergast, maar komen niet langer tot broeden (in recente jaren zijn er wel incidentele broedgevallen geweest van Hop en Lachstern).

Tien ernstig bedreigde vogelsoorten, zoals korhoen, grauwe gors en velduil, dreigen ook te verdwijnen als broedvogel in Nederland. Veel van deze soorten zijn in staat om op eigen kracht terug te keren als broedvogel indien de oorzaken van hun verdwijnen zijn opgelost.

Standpunten

  • Vogelbescherming vindt dat alle van nature in Europa* voorkomende vogelsoorten moeten worden behouden, zoals vereist door de Europese Vogelrichtlijn. Om dat te bereiken richten wij ons op bescherming en herstel van leefgebieden en het versterken van beleid en draagvlak ten gunste van vogels. Naast het herstel van vogelpopulaties is een spontane terugkeer van verdwenen (óf van nieuwe) broedvogels de mooist denkbare beloning van de gezamenlijke inspanningen richting onze missie. Recent voorbeelden daarvan zijn grote zilverreiger, zeearend, visarend, oehoe en middelste bonte specht. 
  • Vogelbescherming is zeer terughoudend ten aanzien van het (her)introduceren van bedreigde vogelsoorten en zal geen initiator zijn van herintroductieprojecten. Wij zijn tegen het herintroduceren van niet-bedreigde vogelsoorten. 
  • Herintroducties moeten in alle gevallen worden getoetst aan de wettelijke vereisten en het nationale beleid voor herintroducties dat de nadruk legt op zelfstandige terugkeer ('nee, tenzij er geen andere bevredigende oplossing is') en een afwegingskader dat ingaat op belang, mate van urgentie, ecologische, niet-ecologische en organisatorische afwegingen. Ook moeten herintroducties altijd stroken met de richtlijnen van de IUCN. 
  • Vogelbescherming onderschrijft het uitgangspunt van de nationale overheid ten aanzien van verdwenen soorten: nadruk op spontane terugkeer. Er zijn volgens Vogelbescherming momenteel geen verdwenen vogelsoorten die in aanmerking komen voor herintroductie, omdat hun leefgebied nog niet op orde is en/of de meeste daarvan in staat zijn om herstelde broedgebieden in Nederland op eigen kracht te bereiken en zich daar opnieuw te vestigen. Nederland is een klein land en onze vogelpopulaties maken veelal deel uit van internationale populaties. We hebben geen endemische of bijna-endemische soorten. Daarom kent de Nederlandse avifauna nauwelijks vogelsoorten die, indien uitgestorven, ons land niet op eigen kracht zouden kunnen bereiken.

*) Hier is voor ‘Europa’ gekozen in plaats van ‘Nederland’ vanwege de grensoverschrijdende samenhang van broedvogelpopulaties; daarnaast is Europa het herkomstgebied van potentiële nieuwe broedvogels voor Nederland. Ook vormen Europese richtlijnen de basis voor onze natuurwetgeving.

Wat doet Vogelbescherming?

  • Vogelbescherming zet zich volop in voor het herstel van leefgebieden van de soorten die verdwenen zijn, zodat zij uit zichzelf, of vanwege beperkt dispersievermogen via herintroductie, weer kunnen terugkeren. 
  • Vogelbescherming volgt plannen voor nieuwe herintroducties en bijplaatsen van individuen in lokale populaties kritisch aan de hand van bovenstaande uitgangspunten. 
  • Vogelbescherming zal gericht adviseren en informeren. We baseren ons daarbij op de meest recente ecologische wetenschappelijke kennis.