Door
Maurits en Jessica Tepper
Melkveebedrijf
“Als je praat over de noodzakelijke transitie in de agrarische sector, dan lijken mensen vaak al blij te zijn met kleine stappen. Wij zijn juist bang dat die kleine stappen de grote stappen die nodig zijn, in de weg zullen zitten. Daarom hebben wij het concept Natuurbuurderij ontwikkeld. Dat is een grote stap naar een integrale aanpak en een gesloten kringloop.”
Ik ben een weidevogelboer
Aantal hectaren: 150
200
Maurits en Jessica Tepper woonden voor 2015 in de stad Groningen. Jessica werkte als psycholoog en Maurits als ondernemer. Maar toen ze met hun twee kinderen een woonboerderij in Drenthe betrokken, begon het te kriebelen. Het huis had een hectare land en een kleine stal. Al snel konden ze land bij de buurtschap en van Natuurmonumenten pachten. Sindsdien zit hun bedrijf Eytemaheert in de lift.
Jessica: “We komen allebei niet uit de sector en zijn er blanco ingestapt. Omdat we klein begonnen, waren we vrij in hoe we onze boerderij wilden vormgeven.”
Maurits: “Mijn grootvader was boer en begon in de jaren zeventig met melkkoeien. Met de invoering van melkquota en boetes op te veel geproduceerde melk (superheffing) werd zijn werk een stuk lastiger. Mijn vader besloot daarom de zaak niet over te nemen. Had hij dat wel gedaan, hadden wij nu misschien met 300 koeien gezeten en was ons uitgangspunt heel anders geweest. Toch zijn we er wel meteen als echte ondernemers in gegaan, want extensief en duurzaam hoeft geen Ot en Sien-landbouw te zijn. Zo maakten wij al snel een combinatie met hightech en ontdekten al snel dat er gewoon geld valt te verdienen op onze manier. Door ons verhaal te delen, hopen we anderen te inspireren.”
Vanwege de extensieve aanpak kozen Maurits en Jessica voor de Groninger blaarkop, een oudhollands runderras dat uitstekend past bij hun natuurboerderij.
Maurits: “Wij hebben een gesloten bedrijfskringloop, dus we voeren geen diervoer en meststoffen aan binnen de bedrijfsvoering. Dat betekent dat we onze blaarkoppen een beetje Spartaans opvoeden, want ze krijgen alleen gras en leunen op hun eigen weerstand. Al onze koeien zijn nu raszuiver en dus robuust en geschikt voor ons extensieve systeem. Hun klauwgezondheid is goed, mede doordat we ze hun hoorns laten behouden. Daarin worden mineralen opgeslagen, waardoor hun weerstand beter is.”
Jessica: “Eerst hadden we alleen zoogvee, met de kalfjes bij de koe. Maar toen we in 2017 ook een boerderijlocatie konden pachten en dus uitbreiden, besloten we ook te gaan melken. De blaarkop is een dubbeldoelkoe, dus geschikt als vlees- en melkkoe. Zelfs als ze, zoals bij ons, alleen maar gras te eten krijgen. Dat gelooft niet iedereen, maar wij leveren het bewijs dat het werkt.”
Maurits: “We hebben nog tot 2020 gewacht voor we echt met melken zijn begonnen. Eerst moesten we een investering van een half miljoen voor de fosfaatrechten regelen. Dat hebben we gedaan want het melkveebedrijf dat wij hier ontwikkelen, kan deze investering aan.”
Eytemaheert is een van de demonstratiebedrijven op de site ‘Groeiennaarmorgen.nl’ van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Jessica: “Ook de Universiteit van Wageningen, terreinbeherende organisaties, overheden en andere stakeholders kijken mee wat hier gebeurt. Allemaal organisaties die we graag dichtbij ons hebben. Nu ontvangen we geregeld groepen boeren die geïnteresseerd zijn in de overgang naar een ander systeem. Daarvoor hebben we een niet al te ingewikkeld bedrijfsmodel ontwikkeld waarmee zij, mits door de overheid gefaciliteerd, aan de slag zouden kunnen: de Natuurbuurderij. Daarin heeft de natuur een plek, terwijl de boer kan blijven boeren. Dit model heeft als doel optimaal te produceren binnen het natuurlijke systeem en zou een belangrijke rol kunnen spelen in de noodzakelijke landbouwtransitie.”
Maurits: “Boeren die volgens de Natuurbuurderij willen gaan werken, moeten wel bereid zijn een grote stap te zetten. Ons systeem vergt namelijk een integrale aanpak, dus ze moeten alles omgooien. Wat wij merken is dat de overheid vaak al blij is met kleine stappen. Mijn angst is dat dat de focus weghaalt bij de grote stappen die nodig zijn voor de echte transitie. En die is nodig en dus ook echt haalbaar.”
Voor Jessica en Maurits horen weidevogels als vanzelfsprekend op hun land.
Maurits: “Het is eigenlijk jammer dat er subsidie nodig is om vogels te redden. Ze zijn een onlosmakelijk onderdeel van het boerenland en een signaal of je systeem wel of niet is aangesloten op de natuur. Vroeger was dit een echt weidevogelgebied, maar de vogels waren door de intensivering allemaal verdwenen. Vanuit ons kringloopsysteem zijn we vooral bezig met bodemgezondheid. We gebruiken geen kunstmest en de koeien krijgen geen krachtvoer. Het gevolg is een natuurlijke grasmat. Alleen al die verandering bracht de vogels terug.”
Jessica: “We hebben ook circa 27 aaneengesloten hectare echt weidevogelgebied met hoger waterpeil, aangepaste maaidata en genoeg plasdras. Dat hele gebied is gerasterd tegen de predatiedruk. Aan de vogels zie je precies waar het land van de buren begint; daar zijn veel minder vogels, maar bij ons stikt het er juist van. Op ieder willekeurig moment van de dag hoor je ze en zie je ze. De transitie van het boerenland is niet alleen nodig om de bodem te verbeteren of de stikstofuitstoot terug te dringen, maar ook voor het behoud van vogels.”