Ruff, Calidris pugnax - Strandlopers (Scolopacidae)
Rode lijst
Deze spectaculaire, zeldzame weidevogel broedt in schrale, vochtige, bloemrijke graslanden, vrijwel uitsluitend in reservaten. Kemphanen zijn bekend door de fraaie voorjaarstooi van de mannetjes, die op de toernooiveldjes schijngevechten houden om de gunst van de vrouwtjes. Na de paring draaien de vrouwtjes op voor de zorg om het broedsel. Kemphanen zijn in ons land vooral nog te zien in de trektijd, maar ook wel in de winter.
Middelgrote steltloper met veel gedaanten. Typische vorm door relatief groot lichaam, vrij lange hals en middellange, iets omlaag gebogen snavel. Witte vlakken aan staartzijden, weinig opvallende vleugelstrepen. De mannetjes hebben in het voorjaar een opvallende kraag en oorpluimen en zijn zeer divers in kleur en tekening. De kleinere vrouwtjes zijn licht- of donkerbruin en hebben oranje poten.
Gewoonlijk zwijgzaam; in broedgebied soms een laag "ga-ga-ga".
26-32 cm , spanwijdte 54-58 cm
Mannetjes baltsen op gemeenschappelijke baltsplaatsen ('leks'), waar ze schijngevechten uitvoeren. Diverse kleurtypen hebben verschillende rollen op de lek. Vrouwtjes paren op of vlakbij de lek. Niet-territoriaal, vrouwtjes broeden soms dicht bij elkaar; paart soms tijdens de voorjaarstrek. Broedt op de grond, in spaarzaam bekleed kuiltje, goed verborgen in lage vegetatie. Legtijd mei-juni. Eén broedsel; meestal vier eieren. Vrouwtje neemt gehele broedzorg op zich. Broedduur 20-23 dagen. Jongen zijn nestvlieders en worden door vrouwtje begeleid. Vliegvlug na 25-28 dagen, vrouw verlaat jongen vlak voor uitvliegen.
Toendra's met plasjes, meren en drogere, hoger gelegen delen om te baltsen. In West-Europa structuurrijke, vochtige, schrale graslanden (hooiland of extensief begraasd) met open water (slootjes, poelen) en slikranden. Buiten de broedtijd natte en drogere graslanden, slikvlakten, ondiepe wateren. Meer aan zoet dan aan zout water. In West-Afrika in rijstcultures.
Insecten en larven van insecten, vooral vliegen en kevers. Buiten het broedseizoen gevarieerder, dan ook kreeftachtigen, wormen, slakjes e.d. In Sahel in de winter ook rijst en granen.
Over een breed front naar zuidwest, richting tropisch Afrika, vooral van juli-september. Overwintert in zachte winters ook in Nederland. Nederland is als doortrekgebied voor kemphanen in het voorjaar recentelijk sterk in belang afgenomen. De voorjaarstrek door Europa vindt over een oostelijkere route plaats, vooral in april en mei. Trekt met name 's nachts, maar ook wel overdag.
uiterst schaarse broedvogel | wegtrekkend | doortrekker in vrij groot aantal
Sterk afgenomen, als broedvogel en als doortrekker, met meer dan 5% per jaar.
Aantal broedparen | 10-30 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 770-1600 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 8200-16.400, apr (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Als broedvogel bijna uit ons land verdwenen. Op trek hoogste aantallen in maart-april en in juli. Grote concentraties in Friesland (voorjaar). Overwinteraars concentreren zich met name in Zeeuws-Vlaanderen.
Kemphanen broeden hoofdzakelijk in de boreale en subarctische klimaatzones: van Engeland, via Scandinavië tot aan de Beringzee en op de Siberische toendra's. Nederland ligt aan de zuidgrens van het areaal.
De kemphaan staat om deze redenen op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels als 'ernstig bedreigd'. De kemphaan laat een hele sterke afname zien van het aantal broedvogels (99% vanaf 1950), in combinatie met een zeer beperkte verspreiding. In de ons omringende landen is de soort inmiddels bijna als broedvogel verdwenen. In het agrarisch gebied zijn nauwelijks nog kansen om succesvol te broeden als gevolg van verlies van geschikt leefgebied. Dit komt door ontwatering, overbemesting, frequent en vroeg maaien, hoge beweidingsdruk, eenvormige grasmat etc.
Oplevingen van de stand werden veroorzaakt door de inpoldering van het Lauwersmeer. Recent zijn kemphanen in zeer klein aantal gaan broeden in nieuwe, open en natte moeras- en graslandgebieden (Groningen).
Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren. Download het Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN–criteria.
Vogelbescherming voert campagne voor 200.000 hectare kruidenrijk grasland. Dat biedt genoeg ruimte voor de weidevogels om te overleven. Dat gebeurt voor de schermen met Red de Boerenlandvogels en achter de schermen via lobby en samenwerkingsverbanden. Daarnaast draagt Vogelbescherming bij aan onderzoek naar wat de beste maatregelen zijn om weidevogels te laten overleven en aan internationale bescherming, zowel langs de trekweg als in de overwinteringsgebieden. Verder werkt Vogelbescherming samen met een netwerk van boerenlandvogelboeren. Zij laten zien dat een ander soort landbouw mogelijk is.
Herstel van een kemphaanpopulatie is alleen te bereiken door het instellen van gebieden met zogenaamd 'zwaar weidevogelbeheer'. Vernatting door hoge voorjaarspeilen, openheid, lichte bemesting met ruige mest en zeer laat maaien (na 1 juli) is daarbij cruciaal. Met voorbeweiding met lage rundveedichtheden is in het verleden enig succes bereikt in de Zaanstreek.
De kemphaan is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn kemphanen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de kemphaan wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van kemphanen zijn alleen gedurende het broedseizoen beschermd.
Verschillende (potentiële) broedgebieden van de kemphaan zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat onder andere om de Groote Wielen, Oudegaasterbrekken en het Sneekermeergebied. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal