Woodcock, Scolopax rusticola - Strandlopers (Scolopacidae)
De houtsnip is een unieke steltloper omdat hij in het bos leeft. Zijn camouflage is perfect. Baltst in de schemer waarbij hij met vertraagde, stijve vleugelslag in grote banen over het bos vliegt en knorrende en niesende geluiden laat horen. Kan op trek in allerlei bossen en bosjes worden gezien, waarbij vaak met luid klepperende vleugelslagen opvliegt. Als er sneeuw ligt komt hij zelfs wel in stadstuinen. Helaas vliegen houtsnippen tijdens de trek ook veel tegen ramen.
Plompe, bruine steltloper met lange snavel, korte poten en brede, afgeronde vleugels. Tekening van dorre blaadjes. Brede, opvallende dwarsbanden op kruin. Fijn gebandeerd op onderzijde. Opvallend grote, donkere ogen. Vliegt bij verstoring klepperend op vanaf de bosbodem.
Alleen tijdens balts te horen. Zacht knorrend, afgewisseld met luide 'nies'.
33-35 cm, spanwijdte 56-60 cm
Mannetjes baltsen over grote oppervlakten. Paarbinding zwak, valt al na korte tijd uiteen; man paart met meerdere vrouwtjes. Broedt op de grond. Legtijd eind maart tot eind juli, piek eind maart en eerste helft april. Eén tot twee broedsels per jaar, meestal 4 eieren, broedduur 21-24 dagen. Alleen vrouw broedt en zorgt voor jongen. Jongen nestvlieders, na ca. 30 dagen vliegvlug, maar worden nog enkele weken verzorgd.
Houtsnippen broeden in bossen van gewoonlijk tenminste enkele tientallen hectares groot. Ze hebben een voorkeur voor bos met open plekken, een plaatselijk natte bodem en een dikke humuslaag. Zeer droge bossen op arme zandgronden zijn vaak niet of dun bezet, uitgestrekte landgoedbossen zijn dat vaak wel. Buiten de broedtijd ook in kleine bosjes, singels en dichte struwelen (in de duinen bijvoorbeeld). Ook wel in tuinen, vooral bij vorst.
Voornamelijk regenwormen, vooral buiten de broedtijd, maar ook insecten zoals kevers, oorkruipers, duizendpoten. Ook spinnen, naaktslakken, bloedzuigers, pissebedden e.d. Zoekt voedsel op de tast door met de snavel te boren in zachte grond. Zoekt 's nachts ook buiten de dekking van het bos naar voedsel, op weilanden.
In Noord- en Oost-Europa volledig trekvogel. De eigen broedvogels trekken vermoedelijk weg naar de Britse Eilanden of Zuidwest-Europa. Doortrekkers uit een gebied tot ver in Noord-Rusland passeren ons land op weg naar dezelfde gebieden. Doortrek vooral tussen half oktober en eind november. Overwintert ook in ons land. Een vorstinval kan op de Waddeneilanden en langs de Hollands-Zeeuwse kust tot concentraties leiden. Trekt 's nachts, soms overdag.
vrij schaarse broedvogel | wegtrekkend | doortrekker en wintergast in vrij klein aantal
Omdat de houtsnip zo moeilijk is te tellen, is er geen betrouwbare trend vast te stellen. Is echter in bepaalde gebieden (Veluwe, duinen) achteruitgegaan in aantal; andere gebieden zijn na 1975 bezet als broedvogel (Flevoland)
Aantal broedparen | 2000-3500 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 2000-10.000 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | 2000-10.000 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
In de bossen van Flevoland en op de Waddeneilanden kunnen in de schemer baltsende houtsnippen worden gezien, van maart tot en met juni. Buiten de broedtijd in principe overal waar bos is, maar vooral aan de kust.
De houtsnip komt in alle boreale en gematigde gebieden van het Palearctisch gebied voor: van Fenno-Scandinavië tot in Noord-Spanje. In de Zuid-Europese landen rond de Middellandse Zee broeden nauwelijks houtsnippen. De grootste aantallen broedvogels zijn te vinden in Rusland, Wit-Rusland, Finland en Zweden.
Europees gezien niet bedreigd, heeft een wereldpopulatie van 10 - 26 miljoen exemplaren. Belangrijkste bedreigingen in het broedgebied zijn versnippering en verdroging van bossen. Buiten broedtijd speelt verdwijnen van permanent grasland en de intensivering van graslandgebruik de soort parten. Wordt volop bejaagd in veel Europese landen; niet meer in Nederland. Grootste aantallen worden geschoten in Groot-Brittannië, Frankrijk, Spanje en Italië.
Houtsnippen profiteren van natuurlijk bosbeheer, vernatting van bossen en extensivering van graslanden in de buurt van bossen.
De houtsnip is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn houtsnippen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de houtsnip wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van houtsnippen zijn alleen gedurende het broedseizoen beschermd. Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal