Goosander, Mergus merganser - Eenden (Anatidae)
De grote zaagbek is een broedvogel van brede, langzaam stromende rivieren en meren omgeven door uitgestrekte bossen met oude bomen. In de winter laten grote zaagbekken zich vaak zien in Nederland. Vooral de mannetjes (wit/lichtroze-met-groene-kop) zijn dan een opvallende verschijning op plassen en rivieren. Zout water wordt gemeden door de grote zaagbek, in tegenstelling tot de nauw verwante middelste zaagbek.
Grote langwerpige eend met een opvallend lange, dunne snavel. Volwassen mannetjes zijn grotendeels wit met een zwart-groene kop en bovenhals. De bovenkant van het lijf is zwart. In de vlucht heeft de man veel wit op de vleugels. In de winter en het vroege voorjaar en lichtroze gloed. Vrouwtjes hebben een overwegend grijs lichaam met een lichtere borst die scherp is afgesneden door de donker roodbruine hals en kop. Vrouwtjes hebben een volle kuif, terwijl mannetjes een apart 'bol' achterhoofd hebben.
Vooral vocaal tijdens de balts; roept merkwaardig.
58-66 cm, spanwijdte 82-97 cm
Start eind maart - april met broeden, tot uiterlijk augustus. Is vrij plaatstrouw en keert terug naar een goede broedplaats aan meren en traag stromende rivieren in bosrijke gebieden. Heeft één legsel van 8 tot 12 eieren, maar grotere aantallen komen voor, vermoedelijk door het dumpen van eieren door anderen. Broedt in paartjes of losse groepen.
Overwintert op grote niet-bevroren meren, rivieren en lagunes, waar genoeg vis te vinden is. De grote zaagbek heeft een voorkeur voor zoet water en komt slechts zelden op zout water voor. In het broedseizoen zoekt de grote zaagbek brede, langzaam stromende rivieren en meren op, omgeven door uitgestrekte bossen met oude bomen.
De grote zaagbek eet puur dierlijk materiaal. Met zijn smalle spitse snavel richt hij zich geheel op de vangst van vis, ongewervelden en soms een amfibie of jong zoogdier of vogeltje.
Noordelijke populaties van deze soort trekken in februari - maart naar de broedgronden in Scandinavië en Rusland, waar ze omstreeks maart aankomen. In oktober vliegen ze vervolgens naar de zuidelijk gelegen overwinteringsgebieden. Bepaalde andere populaties zijn standvogels of trekken slechts over kleine afstanden, op zoek naar een aangenaam klimaat om te overwinteren.
wintergast in vrij groot aantal
Het winterweer heeft invloed op het voorkomen van de soort in ons land. Daarom schommelen getelde aantallen sterk. Afname over langere periode door gemiddeld zachtere winters en minder beschikbare prooivissen.
Aantal broedparen | 0 (in 2023) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 4400-9100 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 1900-4900, mrt (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Met een voorkeur voor zoet water zoekt de grote zaagbek vaak meren op. Het IJsselmeer vormt in de winter een belangrijke pleisterplaats.
De Europese verspreiding van de grote zaagbek strekt zich uit van het westen en noorden van Groot-Brittannië, IJsland, Fennoscandinavië en de Baltische staten, helemaal tot in Rusland. Broedt ook in gebergten in Centraal-Europa.
Maximaal een kwart van de Noordwest-Europese populatie van de grote zaagbek verblijft 's winters in Nederland. Dat is een fors aantal vogels, die het belang van een goed beheer van zoete wetlands in Nederland nog eens onderschrijven. Hoewel de tellingen zeer wisselende aantallen opleveren (deels een gevolg van de gebruikte methoden), lijken de aantallen overwinteraars op het IJsselmeer achteruit te gaan. Mogelijk is dit te wijten aan een verminderde beschikbaarheid van spiering en verschuiving van overwinteringsgebieden.
Vogelbescherming zet zich in voor de waterrijke gebieden waar grote zaagbekken in de winter in ons land verblijven. Dan gaat het zowel om waterkwaliteit, rustgebieden als de beschikbaarheid van voedsel. Mede door Vogelbescherming wordt minder op spiering gevist in het IJsselmeer en vinden er gesprekken plaats over duurzame visserij in het hele IJsselmeergebied. De WetlandWachten van Vogelbescherming houden de vinger aan de pols in de waterrijke natuurgebieden van Nederland. In de Veluwerandmeren heeft Vogelbescherming verstoring van het leefgebied kunnen voorkomen.
Overheden en visserijsector hebben belangrijke kaarten in handen voor soorten zoals de grote zaagbek. Gaan ze door op het pad van de overbevissing, dan kan de achteruitgang snel doorzetten als de soort zich niet weet aan te passen. Probeer grote zaagbekken niet te verstoren en bekijk ze op afstand. Zo voorkomt u, zeker tijdens de rui en in de winterperiode, onnodig energieverlies.
De grote zaagbek is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn grote zaagbekken beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de grote zaagbek wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Verschillende natuurgebieden die door grote zaagbekken worden gebruikt als foerageergebied of slaapplaats, zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat onder andere om de Biesbosch, het IJsselmeer en de Waddenzee. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal