Common Firecrest, Regulus ignicapilla - Goudhanen (Regulidae)
De vuurgoudhaan lijkt op een goudhaan, maar met nog fellere kleuren. De kruin- en zijkruinstrepen zijn ongeveer gelijk, maar de vuurgoudhaan heeft een contrasterende witte wenkbrauwstreep en daaronder een gitzwarte oogstreep door het oog heen. Dit geeft aan de kop van dit bijzonder kleine vogeltje een vurig uiterlijk. Het mannetje heeft in plaats van geel een geheel fel oranje kruinstreep. Maar naast het verschil in uiterlijk maken zang, biotoop, trekgedrag en leefwijze hem eigenlijk tot een totaal andere vogel.
Naast de gele kruinstreep geflankeerd door een zwarte zijkruin, heeft de vuurgoudhaan ook nog een spierwitte wenkbrauwstreep, een zwarte oogstreep en daaronder weer een witte veeg. Mannetjes zijn bovendien veel makkelijker te herkennen doordat de middenkruinstreep donker oranje is, bijna tegen het rode aan. Tot slot, als het te zien is, heeft de vuurgoudhaan een fraaie geelgroene kraag rondom zijn kop.
Zang is (subtiel) anders dan bij goudhaan: versterkend (crescendo) en versnellend, maar ook erg hoog. Het mist de herhaling die bij goudhaan duidelijk aanwezig is. Roep van vuurgoudhaan is hoog; een geoefend oor kan de verschillen horen met de goudhaan. Versnelt, verhoogt en is wat rauwer.
9-10 cm
Broedvogel voornamelijk in de oostelijke helft van Nederland, vanaf half april. In twee legsels worden elk 7-11, soms 12 eieren gelegd, in een 3-laags nest van veren, mos en twijgjes. Het nest wordt vaak gemaakt in een conifeer, of anders klimop of jeneverbes. Broedduur 14-15 dagen, waarna de jongen 20 dagen in het nest doorbrengen, en zodra ze uitgevlogen zijn nog ongeveer 14-15 dagen gevoed worden door de ouders.
Vuurgoudhanen komen meer voor in de oostelijke helft van Nederland dan in het westelijk deel. Ze broeden in naald- en gemengde bossen. Parken, struwelen en tuinen met geschikte naaldbomen worden ook wel bewoond.
Eet net als goudhaan kleine insecten en spinnen, soms wel iets grotere prooien dan goudhaan. Heeft de voorkeur om op de bovenkant van takken en blaadjes te foerageren, en 'bidt' daarbij regelmatig (fladderend stil hangen). Dit doet hij ook bij spinnenwebben waarbij hij de gevangen insecten of zelfs de spin zelf pakt.
Korte-afstandstrekker, maar vroeger (eind augustus/september) dan goudhaan (oktober/ begin november). Er zijn nauwelijks goede gegevens over de trekbewegingen van vuurgoudhanen beschikbaar. De herkomst van vuurgoudhanen die door Nederland trekken, is niet bekend. Het is waarschijnlijk dat dit voornamelijk Deense en Duitse broedvogels zijn, maar broedvogels uit oostelijker gelegen landen is zeker niet uitgesloten. Wintergast in vrij klein tot vrij groot aantal, ook in West-Nederland. Zeker in milde winters kunnen vuurgoudhanen in behoorlijke aantallen in Nederland blijven, vaak dichter bij bewoonde wereld, en zoeken ze gemengde mezengroepen op.
vrij schaarse broedvogel | wegtrekkend | doortrekker in vrij klein aantal
In Nederland broeden er iets minder dan in de periode 1979-1985 werden vastgesteld. Destijds werd verwacht dat de aantallen iets zouden toenemen door uitbreiding van het bosareaal en het gevarieerder worden van deze bossen. Deze toename is uitgebleven. De vuurgoudhaan heeft in Nederland echter wel iets aan verspreidingsgebied gewonnen, doordat de oppervlakte bos licht is toegenomen.
Aantal broedparen | 6500-8500 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 2500-5000 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | 2000-10.000 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Vooral op de Veluwe broeden ze in gemengde bossen. Buiten de broedtijd kun je er af en toe één tegen komen in een gemengd groepje van mezen, tussen een enkele goudhaan en boomkruiper.
De vuurgoudhaan heeft een meer beperkte verspreiding dan zijn nauwste verwant, de goudhaan. De broedgebieden liggen vooral in Centraal-Europa: Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Roemenië, maar ook het Iberisch Schiereiland herbergt zeer grote aantallen. Ontbreekt in Scandinavië.
De aantallen vuurgoudhaan zijn stabiel en de soort geldt in Europa niet als bedreigd.
De goudhaan is geholpen met voldoende naaldbos. Vuurgoudhaantjes en 'gewone' goudhaantjes kunnen in de winter zo nu en dan een bezoek aan een voedertafel afleggen. Wie zorgt dat er niet alleen plantaardig voedsel te vinden is, maar ook meelwormen of maden voert, maakt met name kans op deze insecteneters. Ook speciale vetblokken met 'ingebakken' insecten zijn succesvol bij veel vogelsoorten. De aanwezigheid van enkele sparrenbomen (fijnspar (kerstbomen) douglasspar, zilverspar of sitkaspar) vergroten sterk de kans op aanwezigheid van zowel goudhaan als ook vuurgoudhaan, vooral in de oostelijke helft van Nederland.
De vuurgoudhaan is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn vuurgoudhanen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de vuurgoudhaan wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van vuurgoudhanen zijn alleen gedurende het broedseizoen beschermd. Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal