Common Buzzard, Buteo buteo - Sperwerachtigen (Accipitridae)
De buizerd is verreweg de algemeenste en meest opvallende roofvogel van Nederland, die je vaak in open land ziet, zittend op een paal of schroevend op de thermiek. Buizerds zijn erg gevarieerd qua kleur en tekening. Van donkerbruin tot bijna wit. Hij heeft zich de laatste decennia sterk uitgebreid als broedvogel en broedt ook in de lage delen van Nederland. Heeft zich ook op de Waddeneilanden gevestigd.
De buizerd is voor herkenning de sleutelsoort in Nederland. Is erg gevarieerd in kleur en tekening. Lichte buizerds worden vaak aangezien voor de veel zeldzamere ruigpootbuizerd; kijk voor onderscheid bij de ruigpootbuizerd. Heeft een brede, niet ver uitstekende kop, brede vleugels en een vrij korte, afgeronde staart met smalle bandjes. Vliegt met relatief snelle, ondiepe en ietwat stijve vleugelslagen. Vaak cirkelend te zien en dan worden de vleugels in een ondiepe V gehouden.
Hoog, miauwend.
40–52 cm, spanwijdte 109–136 cm
Paren hebben meerdere nesten in een territorium en switchen van jaar op jaar, lapt ook oude nesten van andere roofvogels op. Broedt liefst in kruinen van hoge bomen, vaak tegen de rand van het bos, soms lager in struiken, heel zelden zelfs op de grond. Bouwt nest van takken en twijgen. Het nest is groot, ongeveer een meter in doorsnede en 60 cm diep. Zulke grote roofvogelnesten heten een horst. Buizerds gebruiken ook het nest van het vorig jaar door het te renoveren. Broedtijd vooral april-mei. Eén legsel, meestal 2-4 eieren. De eieren zijn wittig met bruine vlekken. Broedduur 33-38 dagen, begint na leg eerste ei met broeden. De vrouw geeft het eten aan de jongen dat door de man wordt aangevoerd. Vanaf dat de jongen drie weken oud zijn, begint ook het vrouwtje prooien aan te voeren. Jongen vliegen uit na 50-60 dagen, maar worden nog 6-8 weken gevoerd.
Is te vinden in uitgestrekte bossen afgewisseld met heide en boerenland, moerasbossen, boerenland met bosjes en houtwallen, duinvalleien met struweel, bosjes in steden. Combinatie van geschikte nestgelegenheid (bos of een bosje) met open land met veel voedsel is ideaal. Jaagt ook wel midden in (ouder) bos en in Nederland ook graag in weilanden en steeds vaker in steden.
Opportunistisch in voedselkeuze. Vooral kleine zoogdieren, zoals woelmuizen (in Nederland veel veldmuis, rosse woelmuis) en jonge konijnen. Ook regenwormen, kevers, amfibieën, jonge vogels en aas. Over het algemeen geen snelle jager, maar kan soms vogels en volwassen konijnen pakken. Jaagt vooral vanaf zitplaats laag boven de grond. Bidt ook, vooral in de zomer in open gebieden.
De noordelijkste broedgebieden in Europa (Noord-Scandinavië, Finland en Noord-Rusland) worden in september-oktober geheel verlaten. Veel Noorse en Zweedse buizerds trekken via Zuid-Zweden naar het zuiden en zuidwesten van Europa, ook naar Nederland. Onze broedvogels overwinteren grotendeels in eigen land. Populatie wordt aangevuld met Scandinavische vogels. Vooral in maart en april trekken deze weer terug. Stuwing langs kustlijnen, zoals bij Falsterbo, Zuid-Zweden.
vrij talrijke broedvogel | jaarrond aanwezig | doortrekker en wintergast in vrij groot aantal
Als broedvogel sterk toegenomen sinds de jaren zeventig, vooral in de lage delen van Nederland. Neemt als wintervogel de laatste jaren af.
Aantal broedparen | 11.500-20.000 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 30.000-50.000 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | 10.000-50.000 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Overal te zien, zelfs aan de randen van de grote steden. Het talrijkst in halfopen land met weilanden, houtwallen en bosjes. Trekkende buizerds zijn vooral in de zuidoostelijke helft van Nederland te zien, in oktober, bij oostenwind en thermiek.
Komt in vrijwel geheel Europa voor, behalve in de meest noordelijke delen van Fenno-Scandinavië en Rusland. Wordt daar vervangen door de ruigpootbuizerd. Is wel op veel plaatsen (nog) zeldzaam door vervolging in het verleden.
Vogelbescherming heeft zich vanaf de jaren '50 ingezet om de vergifting van roofvogels door diverse middelen die in landbouw in gebruik waren op de kaart te zetten door onderzoek en lobby en zo bij te dragen aan het verbod op bijvoorbeeld DDT. Tot op de dag van vandaag vraagt Vogelbescherming aandacht voor het moedwillig vergiftigen en doden van roofvogels in Nederland. Verder ondersteunt Vogelbescherming de Werkgroep Roofvogelbescherming Nederland op projectbasis. Internationaal werkt Vogelbescherming in BirdLife-verband tegen het illegaal doden van trekvogels in landen rondom het Middellandse Zee-gebied.
Buizerds profiteren van rustige delen in het bos met geschikte nestbomen, met in de nabijheid faunarijk, open land om te jagen. Spaar bij beheer- en boswerkzaamheden delen met roofvogelnesten en werk niet vlak voor of tijdens de broedtijd. Houd ook met recreatie en evenementen rekening met broedende roofvogels.
Vind je een dode, verzwakte of gewonde buizerd, dan kun je contact opnemen met de Werkgroep Roofvogels Nederland.
Ga niet naar roofvogelshows, en organiseer ze niet. De Werkgroep Roofvogels Nederland legt hier uit waarom deze shows geen goed idee zijn.
De buizerd is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn buizerds beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de buizerd wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van buizerds zijn het gehele jaar beschermd, omdat zij jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest. De nesten zijn daarom, voor zover ze niet permanent verlaten zijn, jaarrond beschermd. In sommige provincies kan in specifieke gevallen op basis van een gedegen ecologische onderbouwing van jaarronde bescherming worden afgeweken. In andere provincies genieten nesten in beginsel niet jaarrond bescherming maar vragen extra onderzoek. In het kennisdocument voor de buizerd vind je informatie over effectieve maatregelen om de nestplaatsen van de soort te beschermen.
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal