Common Murre (Guillemot), Uria aalge - Alken (Alcidae)
Zeekoeten zijn echte zeevogels die zelden of nooit in het binnenland te zien zijn. Met uitzondering van de broedtijd blijven ze hun hele leven op zee en alleen om te broeden komen ze aan land. Doordat ze, net als duikers en futen, veel op het water zwemmen en minder vliegen zoals stormvogels en meeuwen, vallen er veel olieslachtoffers door de olie afkomstig van scheepvaart.
Alkachtige, te herkennen aan lage ligging in het water, met lang achtereind. Ook in vlucht lang achtereind, en door ver uitstekende poten nogal 'slungelig'. Witte onderdelen en bruine bovendelen en kop. Snavel is het grootste verschil met alk: zwart, dun en puntig. In winterkleed witte wangen en keel en in tegenstelling tot de alk een duidelijk zwarte oogstreep achter het oog.
Roept niet buiten broedtijd; op de kolonie meeuwachtig maar lager, een staccato "hû-hû-hû", en ook raspende rauwe klanken.
38-41 cm, spanwijdte 64-70 cm
Broedt vanaf mei/juni. Heef één legsel met 1 ei. Start van broeden gerelateerd aan temperatuur van het oppervlaktewater. Broedduur 32 dagen. Om en om worden eieren bebroed door man en vrouw in rondes van 12-24 uur. Broedt in kolonies van enkele tientallen tot duizenden vogels. Geen nest. Het ei ligt op een steile rotswand. Na het uitkomen blijft het jong nog 20-22 dagen op de rotsen zitten. De kuikens springen dan naar beneden in de zee, tegelijk met honderden andere zeekoetkuikens. Zwemmen samen naar open zee om daar eten te zoeken. De jongen kunnen dan nog niet vliegen en de volwassenen maken van deze tijd gebruik om te ruien. Jongen worden nog zo'n 3 weken door de ouders verzorgd.
Zeekoeten zijn aan zout water gebonden en dus alleen te vinden op open zee. Ze zijn bestand tegen flinke kou, het zoute zeewater en kunnen goed duiken. Zeekoeten komen alleen aan land om in kolonies op kliffen te broeden. Op smalle richels staan de zeekoeten met duizenden zij aan zij. Ze bouwen geen nest; hun enige ei broeden ze tussen hun poten uit.
Zeekoeten duiken onder water naar vis, kreeftjes en andere ongewervelden.
Begint al vanaf juli met wegtrek van broedkolonies. Overwintert op zee. Trek voornamelijk gerelateerd aan hoeveelheid voedsel en (dus) watertemperatuur. Pas later in de herfst in Nederland te verwachten, in oktober en dan hier te zien tot april. Trekt laag over zee in kleine tot middelgrote groepen.
wintergast in zeer groot aantal
Stabiele trend, maar van sommige broedeilanden wordt achteruitgang gemeld door olievervuiling, slachtoffers van visnetten en jacht door de mens.
Aantal broedparen |
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Tijdens de najaarstrek langs de kust.
Broedvogel van eilanden in de Atlantische oceaan en rotskusten op het vasteland aan de westkant van Engeland, IJsland en Noorwegen.
Vogelbescherming zet zich in voor de aanwijzing van beschermde gebieden op de Noordzee voor zeevogels als de jan-van-gent. Een belangrijk resultaat daarvan is de aanwijzing van de Bruine Bank als Natura 2000-gebied in 2021. Daarnaast zet Vogelbescherming zich op nationaal en internationaal niveau in voor generieke bescherming van zeevogels, onder andere bij de aanleg van windparken op zee en visserij
Overheden en de visserijsector staan voor een belangrijke opgave: verduurzamen. Niet alleen om visserij ook in de toekomst mogelijk te maken, maar ook om de natuur te respecteren. Consumenten kunnen kiezen voor duurzaam gevangen vis. Illegale olielozingen zijn sterk verminderd in de Noordzee door betere controle en strengere straffen, maar komen nog steeds voor. Ook het lozen van andere chemische stoffen of bijvoorbeeld palmolie kan desastreus uitpakken voor zeekoeten en andere zeevogels. Na lang aandringen van natuurorganisaties zoals Vogelbescherming zijn er beschermde gebieden in de Noordzee, maar nog niet genoeg en ook de beschermingsdoelstellingen voor die gebieden zijn nog onvoldoende uitgewerkt.
De zeekoet is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn zeekoeten beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de zeekoet wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Twee natuurgebieden die door zeekoeten worden gebruikt als foerageer- en ruigebied zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat om de Bruine Bank en het Friese Front. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal