Common Goldeneye, Bucephala clangula - Eenden (Anatidae)
Rode lijst
De kans dat u een brilduiker ziet in Nederland is het grootst in de winter. Het is in ons land een zeldzame broedvogel. De mannetjes hebben een donkergroene kop met een witte vlek tussen oog en snavel, ook wel de ‘bril’ genoemd. De vrouwtjes hebben deze bril niet. De balts begint al in de winter en het vroege voorjaar in Nederland. Het mannetje gooit zijn kop op zijn rug met gestrekte nek en naar boven gerichte snavel, met de poten wordt water de lucht in geslagen.
Mannetjes hebben een donkergroene kop en op de wangen een witte vlek, alsof hij een knijpbril op zijn snavel heeft. Het gele oog valt op. Staart en rug zijn zwart, het onderlijf en de flanken wit. Vanaf de zwarte rug lopen hele fijne zwarte 'potloodstreepjes' over de witte achtervleugel. Vrouwtjes zijn asgrijs gekleurd met een bruine kop en witte halsband. Beide seksen hebben een grijze snavel, maar het vrouwtje heeft nog een gele vlek bij de punt. Opvallend kenmerk van de brilduiker is het wat puntige hoofd. In vlucht zijn ze tevens te herkennen aan de fluittoon die hun vleugels voortbrengen.
Man baltst met zacht mechanisch geluid, dat toch nog verbazend wekkend ver te horen is. Vleugelslag man is bellend. Vrouwtje maakt rauwere geluiden, vooral in broedgebied.
42 cm, spanwijdte
Broedt vanaf begin april en heeft één legsel van 6 tot 11 eieren. Het kan voorkomen dat er zich meer eieren in een legsel bevinden. Deze zijn dan waarschijnlijk door een ander vrouwtje aan het legsel toegevoegd. Broedduur: 29-32 dagen. De soort broedt in losse paartjes. Het nest wordt gemaakt in een boomholte (bijvoorbeeld uitgehakt door zwarte spechten) en bekleed met dons. De competitie met nonnetjes om geschikte plekken kan groot zijn. Nonnetjes zijn daarin dominant. De jongen kunnen na 57-66 dagen vliegen, maar zijn na ca. 50 dagen zelfstandig.
De brilduiker is gebonden aan waterpartijen die zich dicht bij de kust bevinden en minder dan 10 meter diep zijn. De soort overwintert overwegend op zee, binnenwateren en baaien. Ook komt hij aan rivierdelta's, in meren en reservoirs voor. In Nederland heeft de brilduiker zich daarnaast gevestigd op landgoederen met grote vijverpartijen en bossen. Deze omgeving lijkt wel op het oorspronkelijke broedbiotoop van de brilduiker: uitgestrekte voedselarme meren, omzoomd door oude bossen met geschikte nestholtes.
Eet hoofdzakelijk waterdiertjes die te vinden zijn in zoet of brak water, zoals mollusken, wormen, insecten(larven) en kreeftachtigen. De brilduiker zoekt hiernaar door onder water steentjes om te keren. Ook kleine vis en amfibieën staan op het menu. Dit dieet wordt aangevuld met wat plantaardig voedsel als zaden en wortels. In Nederland veel driehoeksmosselen.
Trekt vanaf eind augustus over een breed front vanuit de noordelijke broedgronden naar het zuidelijker gelegen overwinteringsgebied in Noordwest-Europa, met de laatste exemplaren arriverend tot aan december. Brilduikers zijn geen lange-afstandstrekkers en komen in het zuidelijke verspreidingsgebied als standvogels voor. De trek terug naar de broedgronden start weer in februari, als bevroren wateren weer beginnen te smelten. Het broeden start in april.
uiterst schaarse broedvogel | jaarrond aanwezig | wintergast in vrij groot aantal
Eind vorige eeuw namen de aantallen brilduikers in ons land toe, maar daarna werd dat weer minder. Mogelijk door een verschuiving in het overwinteringsgebied. Sinds 1985 broedt de brilduiker in spaarzame gevallen in Nederland.
Aantal broedparen | 2-6 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 5900-8500 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 3700-5700, nov,mrt (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Favoriet bij brilduikers zijn open wateren als de randmeren.
Brilduikers zijn vooral te vinden langs heldere Fenno-Scandinavische meren, omgeven door bossen. In de winter verblijven ze in Nederland, maar ook zuidelijker, tot in het Middellandse Zeegebied.
Bruilduikers zijn in hun overwinteringsgebied gevoelig voor langdurige watervervuiling door olie. In de broedgebieden zijn het verlies van, of de vermindering van de kwaliteit van wetlands een bedreiging.
De brilduiker staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels in de categorie Gevoelig. Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren. Download het Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN–criteria.
Vogelbescherming zet zich voor de waterrijke gebieden waar brilduikers in de winter in ons land verblijven. Dan gaat het zowel om waterkwaliteit, rustgebieden als de beschikbaarheid van voedsel. De WetlandWachten van Vogelbescherming houden de vinger aan de pols in de waterrijke natuurgebieden van Nederland. In de Veluwerandmeren heeft Vogelbescherming verstoring van het leefgebied kunnen voorkomen.
Brilduikers zijn over het algemeen schuw en vliegen al van ver op voor scheepvaart. Probeer brilduikers niet te verstoren en bekijk ze op afstand. Zo voorkomt u, zeker tijdens de rui en in de winterperiode, onnodig energieverlies.
In de broedtijd heeft de brilduiker een combinatie nodig van oude bomen (met holten of nestkasten) en ondiepe (vegetatierijke) en diepere (vegetatiearme) wateren. Ze kunnen profiteren van vergroting van rivierdynamiek.
De brilduiker is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn brilduikers beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de brilduiker wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van brilduikers zijn niet standaard het gehele jaar beschermd. Nader onderzoek kan nodig zijn, omdat de nesten wel jaarrond bescherming genieten als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. In sommige provincies geldt de nestbescherming alleen gedurende het broedseizoen.
Verschillende natuurgebieden die door brilduikers worden gebruikt als foerageergebied of slaapplaats, zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat onder andere om het IJsselmeer, de Voordelta en Waddenzee. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal