Ruddy Turnstone, Arenaria interpres - Strandlopers (Scolopacidae)
De steenloper komt voor in het noorden van het hele noordelijk halfrond, dus ook in Noord-Amerika. Nederland wordt zelfs bezocht door Noord-Canadese broedvogels. Hij foerageert op kenmerkende wijze, waarbij hij met zijn snavel allerlei materiaal (schelpen, steentjes, zeewier) omkiept om te kijken of er iets onder zit (vandaar de Engelse naam 'turnstone'). Steenlopers zijn onmiskenbaar, vooral in het prachtkleed en aan de kust vooral op dijken en strekdammen te vinden.
Onmiskenbaar met kenmerkende tekening op kop en borst, oranjebruine met zwarte bovendelen, korte oranje poten en korte snavel. Jonge vogels en vogels in winterkleed grijs, zwart, wit, maar nog steeds makkelijk herkenbaar. Heeft in vlucht opvallende witte stuit en rug, zwart-witte staart en witte vleugelstrepen en schoudervlekken.
Explosief "tuuh", daarnaast ook andere geluiden.
21–26 cm, spanwijdte 50–57 cm
Territoriaal in de broedtijd, kunnen in optimaal leefgebied dicht bij elkaar broeden. Nest een ondiep kuiltje, spaarzaam bekleed met plantenmateriaal, op open plekken of verborgen in de vegetatie. Legtijd midden mei tot begin juli. Eén broedsel, meestal vier eieren. Broedduur 22-24 dagen, beide geslachten broeden. Jongen zijn nestvlieders, vliegvlug na 19-21 dagen. Jongen worden door beide ouders verzorgd, maar vrouwtje verlaat al voor het uitvliegen de jongen.
Buiten de broedtijd aan de kust, vooral op harde, stenige ondergrond (dijken, strekdammen). Ook op het wad, op zandplaten en schelpdierbanken, op kwelders, op het strand en in kort grasland vlakbij de kust. Op doortrek in het binnenland soms aan zoetwaterplasjes en op slik. Broedt op stenige vlaktes aan de kust, moerasachtige hellingen en op toendra. Altijd in de buurt van natte plekken.
Buiten de broedtijd gevarieerd: insecten, kreeftachtigen, mollusken (vooral mossels en kokkels), wormen, stekelhuidigen (zeesterren, zee-egels), visjes, aas (vis, vogels, zoogdieren), soms vogeleieren. Eet zelfs afval, zoals brood en patat! In de broedtijd vooral tweevleugeligen (m.n. muggen en muggenlarven), maar ook rupsen, kevers, vliesvleugeligen, en spinnen. Oogjager; kiept vaak materiaal om met de snavel en pikt dan naar dierlijk voedsel.
Verlaat broedgebied in zijn geheel. Fenno-Scandinavische populaties zijn lange-afstandstrekkers en trekken naar Afrika, zuidelijk tot Zuid-Afrika. Canadese en Groenlandse vogels vooral naar Europa. Trekt in één ruk over Atlantische Oceaan, maar ook langs de kust via belangrijke pleisterplaatsen. In Nederland hele jaar door, met pieken in de trektijd (mei en augustus-september).
wintergast in vrij klein aantal
In Nederland afgenomen vanaf midden jaren zeventig tot rond 2000; daarna weer herstel van aantallen tot rond 2005, erna weer afname.
Aantal broedparen | Geen broedvogel |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 6100-9000 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 6000-9800, sep-nov (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Vooral aan dijken en strekdammen, langs de hele kust.
Langs kusten van Fenno-Scandinavië en Rusland en op Groenland.
Is in Europa afgenomen in aantal, maar geldt niet als bedreigd.
Vogelbescherming zet zich al lange tijd in voor adequate bescherming van de belangrijke intergetijdengebieden van Nederland (Waddenzee, Delta) onder meer via programma 'Naar een Rijke Waddenzee', Mosselconvenant, 'Rust voor vogels, Ruimte voor Mensen'. Ook werkt zij intensief samen met andere partijen aan de bescherming van de trekwegen (Flyways).
Gun steenlopers hun rust als ze foerageren of rusten bij hoogwater; steenlopers zijn vrij tam, maar kom niet té dichtbij.
De steenloper is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn steenlopers beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de steenloper wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Verschillende natuurgebieden die door steenlopers worden gebruikt als foerageergebied of slaapplaats, zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat onder andere om de Grevelingen, Noordzeekustzone en Waddenzee. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal