Common Grasshopper Warbler, Locustella naevia - Sprinkhaanzangers (Locustellidae)
De sprinkhaanzanger dankt zijn naam aan de zang van het mannetje; een voortdurend rinkelend geluid dat sprekend lijkt op dat van een sprinkhaan. Dat is meteen het enige dat opvallend is aan deze riet- en ruigtebewoner. Sprinkhaanzangers zijn erg onopvallend gekleurd en leven verborgen. Ze houden er niet van om uit de dekking van de vegetatie te komen. Sprinkhaanzangers zijn niet zo kieskeurig wanneer het hun leefgebied betreft; als het maar nat en ruig is.
Best te herkennen aan zijn zang. Qua uiterlijk past hij prima tussen alle rietvogels met overwegend bruine bovendelen. Op de rug heeft hij zwarte strepen en de vleugels zwarte vlekken, de onderzijde is heel zwak gevlekt op borst en flanken. De onderstaartdekveren zijn donker gevlekt. Geen verschil tussen mannetje en vrouwtje, maar man heeft zwartere snavel.
Het belangrijkste kenmerk: de zang is een insectachtige, mechanische ratel, hoger en ijler dan van snor.
12-14 cm
Zingt vanaf begin april tot in augustus. Broedt vanaf ongeveer half mei tot midden juli. Vaak twee legsels met 5-6 eieren. Broedduur 12-15 dagen. Nest is een dik kommetje van grassen en bladeren, dat op of vlak boven de grond wordt gebouwd in dichte vegetatie. Jongen 12-13 dagen op het nest. Nog 10 dagen blijven ze als familie bij elkaar.
De sprinkhaanzanger broedt in natte ruigtevegetaties in open gebieden, en verder is hij niet heel kieskeurig: komt voor op vochtige rivieroevers, in ruige duinbegroeiing, jonge bomen/aanplant na kaalslag in bos en soms ook heide met veel ruigte.
Voornamelijk niet-vliegende insecten, spinnen en dergelijke. Foerageert laag in de vegetatie, lopend/kruipend over de grond, als een muis.
De sprinkhaanzanger is een lange-afstandstrekker, die overwintert in Midden-Afrika (ten zuiden van de Sahara). Door zijn sluwe gedrag en geheimzinnige voorkomen is nog niet precies bekend waar hij overwintert. Grofweg zitten ze van zuidwest Mauritanië en Senegal verder zuidelijk tot Sierra Leone en het noorden van Liberia en oostelijk tot zuidelijk Mali en noord-Ghana. De populaties van de Kaukasus overwinteren in noordoost Afrika (Ethiopië) en de Russische vogels in India. Nachttrekker. Najaarstrek van augustus-oktober, voorjaarstrek maart-april. Komt vanaf begin april aan in de broedgebieden in Nederland.
vrij talrijke broedvogel | wegtrekkend | doortrekker in vrij klein aantal
De sprinkhaanzanger is een vogelsoort die niet gemakkelijk te inventariseren is. Alleen de zingende mannetjes zijn relatief eenvoudig waar te nemen. De precieze aantallen zijn echter moeilijk te bepalen, maar tegenwoordig zijn het er meer dan de vorige grootschalige telling in de periode 1979-1985. Is sinds 1990 toegenomen met minder dan 5% per jaar.
Aantal broedparen | 5000-6100 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | aantal onbekend |
Doortrekkers | 2000-10.000 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Duingebieden bij Burgh-Haamstede, Ouddorp, Wassenaar, Zandvoort en Castricum, en het Nationaal Park Wieden-Weerribben. Onopvallend en schuw gedrag, maar goed te vinden door de zang.
Het broedgebied van de sprinkhaanzanger strekt zich uit over alle Centraal-Europese landen en de zuidelijke helft van Scandinavië, met uitzondering van IJsland. Wordt minder algemeen richting Middellandse Zee.
Er is nog veel onbekend over de sprinkhaanzanger. Duidelijk is wel dat sprinkhaanzangers niet zo kieskeurig zijn waar het hun leefgebied betreft; als het maar nat en ruig is.
Vogelbescherming heeft zich enorm ingespannen voor de kwaliteit van moerasgebieden. Onder meer door het opstellen van een Beschermingsplan Moerasvogels en door actieve inbreng bij de beheerplannen van Natura 2000-gebieden. Een vogel als de sprinkhaanzanger heeft daar ook van geprofiteerd. Via een netwerk van deskundige en vrijwillige WetlandWachten houdt Vogelbescherming een oogje in het zeil bij deze natuurgebieden.
Terreinbeherende organisaties en overheden kunnen zorgen voor voldoende omvang van rietlanden met ruigte, zodat ook de sprinkhaanzanger een broedplek heeft. Verbossing is nadelig voor de soort.
De sprinkhaanzanger is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn sprinkhaanzangers beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de sprinkhaanzanger wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van sprinkhaanzangers zijn alleen gedurende het broedseizoen beschermd. Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal