Red-footed Falcon, Falco vespertinus - Valken (Falconidae)
De roodpootvalk is een fraai gekleurde vertegenwoordiger van de valkenfamilie. Roodpootvalken worden vooral waargenomen in mei en in augustus en september (juveniele exemplaren). De grootste aantallen worden gezien bij krachtige, langdurig aanhoudende oostenwind, zoals in 1992 en 2008. Roodpootvalken komen vaak in groepen voor en broeden soms ook koloniegewijs als ze gebruik maken van oude nesten van roeken. Ze ‘bidden’ net als torenvalken regelmatig om een prooi te kunnen lokaliseren.
Klein, slank valkje, met een rustige, "wiebelige" vlucht. Staart iets langer dan boomvalk, vleugels minder lange minder spits. Mannetjes zijn geheel leigrijs met oranje poten en oranje snavel. Vrouwtjes hebben een oranjebruin lichaam, blauwgrijs met zwart gebandeerde bovenzijde en een donker masker. Jonge roodpootvalken, die het meest in ons land worden waargenomen, lijken op jonge boomvalken, maar verschillen daarvan onder meer door witte in plaats van beige wangen, een rossige pet. De handvleugel heeft een opvallend lichte ondergrond met een donkere achterrand.
Roept buiten broedseizoen niet veel. In vlucht een kekkerend "kèkèkèkèkèkè", wat lijkt op boomvalk.
28-34 cm, spanwijdte 65-76 cm
Broedt tussen april en juni. Heeft één legsel met meestal 4-5 eieren (maar 3-7 komt voor). Broedduur 22-28 dagen. Broedt alleen of in kolonies op halfopen terrein, vaak in oude roekennesten, soms in actieve roekenkolonie. Nest meestal boven in de boom. Het broeden start na het eerste of het tweede ei en gebeurt door beide ouders. Als de jongen zijn uitgekomen, komt het mannetje eerst met eten, later doet het vrouwtje dat ook. Na 26-30 dagen kunnen de jongen vliegen en een week later zijn ze al onafhankelijk.
Roodpootvalken komen vooral voor in open gebieden - grassteppe, weilanden en heide - met opgaande elementen zoals telefoonpalen, losstaande struiken en bomen, langs rivieren en agrarische gebieden. In de trektijd kunnen ze overal langskomen, maar verblijven vaak op heideterrein met vennen of in agrarische gebieden.
Adulte vogels eten vrijwel uitsluitend insecten, die ze in vlucht en vanaf zitposten bemachtigen. De jongen wordt ook kleine gewervelden gevoerd. Eet ook muizen, die vaak van torenvalken worden geroofd.
Roodpootvalken worden in Nederland vooral tijdens de voorjaarstrek gezien van eind april tot begin juni, met een piek in mei. De najaarstrek speelt zich af tussen augustus en half oktober. Bij aanhoudende oostelijke winden tijdens de voorjaarspiek kunnen er honderden ons land passeren. Overtrekkende vogels zijn in het hele land waarneembaar, met gestuwde trek langs de kust bij krachtige oostenwinden. Van het Palearctische broedgebied tot hun overwinteringsgebied in zuidelijk Afrika legt de roodpootvalk een enorme afstand af. Ze trekken in een breed front over het Middellandse Zeegebied zuidwaarts vaak op grote hoogte. Ze verblijven van november tot februari in hun winterkwartier.
doortrekker in uiterst klein aantal
Er valt geen duidelijke trend af te leiden van de jaarlijkse aantallen. Het aantal waarnemingen is het laatste kwart van de twintigste eeuw sterk toegenomen, maar dat is (vooral) een gevolg van verbeterde determinatiekennis en intensivering van trektelactiviteiten. Tevens is het aantal waarnemingen onderhevig aan weersomstandigheden zoals oostenwind.
Aantal broedparen | Geen broedvogel |
Geschat maximum aantal overwinteraars | aantal onbekend |
Doortrekkers | 1-100 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Na perioden van oostenwind kans op invasies in Oost-Nederland, zoals het Fochteloërveen.
Oost-Europa: van Wit-Rusland zuidelijk tot Hongarije, Noord-Servië en Montenegro, Roemenië, Moldavië, Oost-Bulgarije en verder oostelijk.
De roodpootvalken gaan in aantal achteruit. In hun broedgebieden worden bomen gekapt, zodat er minder nestgelegenheid is. Het gebruik van pesticiden zorgt er helaas voor dat de roodpootvalken minder voedsel vinden (insecten). Ook het actief bestrijden van roeken zorgt ervoor dat de soort minder goed nestgelegenheid vindt. In het Middellandse Zeegebied schieten jagers tijdens de trek ook roodpootvalken uit de lucht.
Via BirdLife International en Partners in de betrokken landen steunt Vogelbescherming campagnes tegen jacht in het Middellandse Zeegebied, zoals op Malta. Ook via BirdLife International strijdt Vogelbescherming voor een meer natuurlijke landbouw in Europa, zonder het overvloedig gebruik van pesticiden en mét ruimte voor insecten, vlinders, bloemen, bijen én vogels.
De Nederlandse overheid kan zich in Europa veel sterker maken voor een natuurlijke landbouw waarbij boeren genoeg geld verdienen om een gezond bedrijf te runnen én er voldoende aandacht is voor natuur (en dierenwelzijn) in het landelijk gebied. Nu is Nederland vaak een remmende factor en wordt gekozen voor goedkope bulkproductie.
De roodpootvalk is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn roodpootvalken beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de roodpootvalk wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen, omdat de soort slechts in beperkte mate op doortrek in Nederland voorkomt.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal