European Robin, Erithacus rubecula - Vliegenvangers (Muscicapidae)
Roodborsten zijn vaak erg nieuwsgierig en goed van vertrouwen. Tegen soortgenoten zijn zowel het mannetje als het vrouwtje daarentegen heel agressief en ze verdedigen 's zomers en 's winters fel hun territorium. Ze tonen daarbij de rode borstveren. Meestal maken roodborsten hun nesten goed verborgen op de grond. De jongen hebben overigens nog geen rode borst. In de winter trekt een deel van de roodborsten naar warmere streken in Europa waar meer eten te vinden is. Ook vogels uit noordelijke/noordoostelijke streken trekken naar het zuiden en komen zo in Nederland terecht. Je kunt roodborsten in de winter helpen met gedroogde meelwormen, ongekookte havermout of een zadenmix.
Kleine bruine vogel met kenmerkende oranjerode borst en gezicht en een lichte onderbuik. Leeft buiten de broedperiode solitair. Jonge vogels zijn lichtbruin gevlekt. Man en vrouw zien er hetzelfde uit.
Tikkende roep, daarnaast minder bekende roepen. Zang waterig en vlug, loopt hele toonladder op en af. Kenmerkend zijn verder de pauzes van 3 à 4 seconden tussen de klaterende strofes.
12,5-14 cm
Broedt van april tot in juli. Heeft in die periode twee legsels, met ieder 5-7 eieren. De eieren zijn blauw-wittig van kleur met kleine rode vlekjes. Broedduur: 12-15 dagen. Halfholenbroeder, maar bouwt ook open nesten; broedt op of laag boven de grond in een boom, muur of in dichte klimplanten. Het is een slordig nest van grassen en bladeren. De jongen zitten 13-15 dagen op het nest. Als ze zijn uitgevlogen, worden ze nog 2-3 weken verzorgd.
Roodborsten komen overal in Nederland voor met uitzondering van landschappen zonder bomen. Vooral aanwezig in niet al te jonge bossen, tuinen, parken en kleinschalige landschappen. In de winter ook in stadstuinen. Als er veel struiken en kruiden zijn, dan geeft dat de hoogste dichtheden roodborsten.
Insecten, spinnetjes en andere kleine diertjes, aangevuld met bessen en zaden. In de winter ook een vaak geziene gast op voedertafels. Roodborsten zoeken vaak op een bijzondere manier naar voedsel, anders dan veel tuinvogels. Ze zitten dan stil, laag boven de grond en duiken dan naar hun prooi. Andere roodborsten zijn daarbij niet gewenst. Roodborsten hechten aan een eigen territorium, ook in de winter. Zelfs man en vrouw roodborst zitten elkaar in de weg en zijn alleen in het broedseizoen bij elkaar. Hun oranje borst gebruiken ze om elkaar te imponeren. De jongen moeten geen agressie oproepen, vandaar dat die pas later in het jaar van gespikkeld bruin naar het echte oranje-rood van de roodborst kleuren.
Een deel van de Nederlandse broedvogelpopulatie trekt tussen augustus en november richting Spanje en Portugal, zij keren in het vroege voorjaar weer terug. Het deel dat in Nederland blijft, krijgt gezelschap van soortgenoten uit Duitsland, Polen en de Scandinavische landen. Voorjaarstrek tot eind april. Nachttrekker.
zeer talrijke broedvogel | gedeeltelijk wegtrekkend | doortrekker en wintergast in zeer groot aantal
De roodborstpopulatie in Nederland vertoont sinds 1970 een licht stijgende trend. Toch neemt het aantal roodborsten in de stedelijke omgeving wel af. Vanaf 1990 is het aantal stabiel. Na strenge winters zijn er inzinkingen waarvan de populatie zich weer snel herstelt.
Aantal broedparen | 300.000-430.000 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 500.000-1.000.000 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | 200.000-1.000.000 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Als je aan het tuinieren bent, jaag je insecten op en komen er wormen omhoog. Dat wekt de interesse van roodborsten.
Enkel waar het écht koud en onbeschut is, laten roodborsten het afweten. Behalve dus in hooggebergte, op arctische toendra's en andere boomloze oorden zijn roodborsten in geheel Europa aan te treffen.
Roodborsten zijn in Nederland niet bedreigd, maar zij profiteren van vogelvriendelijk ingerichte tuinen en natuurlijk bosbeheer met rijke ondergroei en veel dood hout op de grond.
Wij promoten het vogelvriendelijk inrichten van tuinen op verschillende manieren. Via websites, nieuwsbrieven en magazines. Maar ook tijdens evenementen zoals de Nationale Tuinvogeltelling of de Jaarrond Tuintelling. Vogelbescherming heeft verder een landelijk netwerk van Tuinvogelconsulenten die tegen een gering bedrag deskundig advies geven over vogelvriendelijke tuinen en schoolpleinen.
Roodborsten zijn graag geziene gasten op de voedertafels. Vaak scharrelen ze er juist onder, op zoek naar de zaden die door bijvoorbeeld vinken aan de kant zijn gesmeten. Er bestaan speciale nestkasten voor roodborsten (zogenaamde balkonkasten; nestkasten met een voorzijde die half open is). Normaliter maken roodborsten echter zelf een nest in dicht struikgewas, meestal op of dicht bij de grond, soms tot op enkele meters hoogte. In de herfst kun je de blaadjes onder de struiken en in de borders harken. Daar schuilen insecten onder en zo help je de roodborst, die daar weer op afkomt. Naast het bijvoeren met gedroogde meelwormen, ongekookte havermout of een zadenmix op beschutte plekjes op de grond en een laag van blaadjes kun je ook zorgen voor bessen in de tuin, die worden ook wel gegeten. Denk bijvoorbeeld aan kardinaalsmuts of hulst. Borders met vaste planten, enig struikgewas (liefst stekelig en besdragend, zoals meidoorn of sleedoorn) voorzien de roodborst ook van een prima leefgebied.
De roodborst is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn roodborsten beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de roodborst wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van roodborsten zijn alleen gedurende het broedseizoen beschermd. Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal