Eurasian Tree Sparrow, Passer montanus - Mussen (Passeridae)
Rode lijst
De ringmus heeft een voorkeur voor boomrijk agrarisch cultuurland. Vooral aan de rand van dorpen en bij boerderijen is het een vogel die om het huis is aan te treffen. Soms wonen ringmussen in bij ooievaars. Sommige Nederlandse vogels zwerven in de winter rond en kunnen tot in Frankrijk belanden. Maar het merendeel van de broedvogels blijft hier. Te onderscheiden van de huismus door onder meer de roodbruine kop met wangvlek.
De ringmus lijkt veel op de huismus maar heeft een roodbruine kop, lichte wangen met donkere wangvlek, klein zwart befje en een witte bijna doorlopende nekrand. De rug en vleugels zijn bruin van kleur, met een witte vleugelstreep. Man en vrouw zijn gelijk.
Zang is een huismusachtig getsjilp. Bekendste roep lijkt een beetje op die van zebravink: nasaal "tsjep".
12,5-14 cm
Broedt eind april - juli, soms in kolonies. Heeft twee en soms drie legsels van 2 -7 eieren. Broedduur: 11-14 dagen. Ze broeden in natuurlijke holtes, in schuren, onder dakpannen en in nestkasten. Soms aan de zijkant van nesten van ooievaars of buizerds. De eieren worden twee weken bebroed. De jongen verlaten na 15-20 dagen het nest.
De ringmus komt vooral voor in kleinschalig cultuurlandschap met bouwland en in dorpen. Vroeger waren ze ook talrijk in bossen en duinen. In een omgeving met veel struikgewas, weilanden met vee en vooral ook oude bomen met enkele holten zijn ringmussen te vinden. Het zijn holenbroeders, die ook profiteren van voor koolmezen opgehangen nestkasten.
Ringmussen leven vooral van graan, onkruidzaad en insecten.
De ringmus is een standvogel. Na de broedtijd zwerven ze rond. Een klein deel trekt weg. Ze krijgen in de winter gezelschap van soortgenoten uit Noord- en Oost-Europa. In oktober trekken groepen noordelijke en oostelijke ringmussen door, in maart/april onopvallende voorjaarstrek.
talrijke broedvogel | jaarrond aanwezig | doortrekker en wintergast in groot aantal
Het aantal ringmussen is de laatste jaren fors afgenomen. De stand van deze soort is sinds 1990 gehalveerd.
Aantal broedparen | 25.000-38.000 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 150.000-300.000 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | 50.000-200.000 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
In het landelijk gebied op erven. In de winter vaak te gast op voedertafels.
Ringmussen komen in geheel Europa voor, maar weinig of niet in het uiterste westen (Ierland) en noorden (Lapland).
Het aantal ringmussen neemt af. De veranderingen (lees: intensivering) in de landbouw, het vervangen van graanteelt door maiscultuur, het opruimen van heggen en houtwallen en grootschalig gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen zorgen voor een platteland dat steeds minder geschikt is voor veel diersoorten, waaronder de ringmus. Ze kampen daardoor vooral met voedseltekort en afnemende nestgelegenheid. De grootste problemen doen zich vermoedelijk voor bij de overleving, in de periode tussen het uitvliegen van de jongen en het volgende voorjaar. Ringmussen zijn standvogels en vooral jonge vogels zullen het dan op ons voor zaadeters voedselarme platteland moeilijk hebben. Bepalend door de toekomst van de ringmus is de vraag of agrarisch landgebruik voldoende voor de ringmus oplevert.
De ringmus staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren. Download het Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN–criteria.
Als een soort op de Rode lijst verschijnt, is er al sprake van een flinke bedreiging. Mede daarom heeft Vogelbescherming een Oranje lijst laten opstellen, zodat je kan ingrijpen om te voorkomen dat een vogel op de Rode lijst terecht komt. De ringmus staat op de Oranje lijst van vogels die in Nederland doortrekken en overwinteren.
In Nederland bestaan veel initiatieven om natuurwaarden in kleinschalige cultuurlandschappen te beschermen. Vogelbescherming zet zich in om lokale initiatieven met elkaar te verbinden en kennis uit te wisselen. Verder doet Vogelbescherming onderzoek naar de effectiviteit van verschillende maatregelen voor vogels van het kleinschalig cultuurlandschap en via voorbeeldprojecten wordt het leefgebied van erfvogels op allerlei manieren verbeterd
Vogelbescherming ondersteunt verschillende vrijwillige natuurbeschermingsorganisaties die zich sterk maken voor de vogels van het boerenland en geeft voorlichting over inrichten van erven.
Vogelbescherming pleit voor een verbod van voor vogels en wilde insecten zeer schadelijke chemische bestrijdingsmiddelen die neonicotinoïden bevatten.
De ringmus is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn ringmussen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de ringmus wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
“De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van ringmussen zijn niet standaard het gehele jaar beschermd. In sommige provincies kunnen de nesten wel jaarrond bescherming genieten als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. In andere provincies zijn nesten van ringmussen het gehele jaar beschermd, omdat zij als koloniebroeders elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en daarin zeer honkvast of afhankelijk van bebouwing of biotoop zijn. De nesten zijn daarom, voor zover ze niet permanent verlaten zijn, jaarrond beschermd in deze provincies.
De ringmus is door een aantal provincies aangewezen als soort die belangrijke schade veroorzaakt. In de relevante omgevingsverordening is vastgelegd welke maatregelen onder voorwaarden door grondgebruikers mogen worden gebruikt ter voorkoming of bestrijding van belangrijke schade door deze soort.
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen.”
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal