Ortolan Bunting, Emberiza hortulana - Gorzen (Emberizidae)
Rode lijst
Ortolanen zijn in West-Europa typische broedvogels van kleinschalige landschappen, vaak op zandige bodems. De aanwezigheid van heggen, goed ontwikkelde houtwallen - liefst met zomereik - en akkers met graangewassen en hakvruchten wordt zeer op prijs gesteld. Ortolanen zijn zomervogels en overwinteren ten zuiden van de Sahara. Als broedvogel is de ortolaan uitgestorven in Nederland, wel trekken elk voor- en najaar nog zeer kleine aantallen over ons land.
Grijsgroene borst en kop met roze snavel, opvallend geelwitte oogring en een gele streep die van de snavel langs de rand van de wang loopt, en een gele keel. Onderzijde is oranjebruin, bovendelen zijn bruin en donker gestreept. Het vrouwtje is iets minder fel gekleurd en een jonge vogel heeft ook hetzelfde patroon, maar bijna alleen maar pasteltinten (op de donkere rugstrepen na) en bovendien fijne streepjes op de flanken.
Zang dezelfde toon als geelgors, maar voller en trager, iets melancholischer. Het eindigt vaak met een dalend "druu" maar voller en iets meer ingetogen. Roep minder gevarieerd dan geelgors "tjup" of "zsli-uu".
15,5-16 cm
Eileg vindt plaats vanaf half mei tot eind juni, maar vooral in de tweede helft van mei. Het nest wordt op de grond gebouwd in een diepe kom, niet zelden tussen vroeg opkomende akkergewassen. Vaak worden twee legsels per jaar van 4-5 eieren uitgebroed door het vrouwtje, die na 12 dagen uitkomen. Weer 12 dagen later vliegen de jongen uit.
De ortolaan die bij ons broedde geeft de voorkeur aan kleinschalig, structuurrijk agrarisch landschap met onverharde (zand)paden en (on)kruidrijke bermen. In andere delen van Europa kan hij ook in kapvlaktes, veenmoerassen en halfbeboste heuvels voorkomen. Tijdens de trektijd in Nederland is hij vooral te vinden op kruidenrijke weides met kort gras en op braakliggende terreinen met bijv. honingklaver.
Het voedsel bestaat in de broedtijd vooral uit insecten, zoals rupsen, mieren, kevers en sprinkhanen. De rest van het jaar voedt hij zich nagenoeg alleen met zaden. Foerageert vaak op de grond, maar ook regelmatig tussen het blad van struiken, en in boomkronen van met name eik, waar vaak veel insecten te vinden zijn. In de nazomer zijn ze (in hun broedgebied) af en toe te zien in kleinere groepen.
Lange-afstandstrekker, trekt naar Tropisch Afrika. In Nederland zullen we nagenoeg altijd enkelingen of duo's aantreffen tijdens de trek, maar in het reguliere trekgebied van de ortolaan worden er grotere groepen gevormd, soms tot wel enkele honderden vogels groot, die bij elkaar blijven gedurende de winter. De ortolaan trekt net als diverse andere gorzen (ook) overdag, en kan soms kort ergens ter plekke zijn, om snel weer door te vliegen. Zeldzame doortrekker in mei en augustus-september.
verdwenen broedvogel | wegtrekkend | doortrekker uiterst klein aantal
Rond 1900 was de ortolaan ten oosten van de lijn Oost-Groningen/Hilversum/Zeeuws-Vlaanderen een plaatselijk vrij algemene broedvogel. Rond 1950 bedroeg de Nederlandse populatie tenminste enkele honderden paren. De toen plaatselijk al ingezette afname nam echter steeds grotere vormen aan; midden jaren zeventig was het bestand geslonken tot zo'n 125 paar, 32 paar in 1990, 18 paar in 1992 en hooguit enkele paren in 1994. Sinds 1998 hebben hooguit twee ortolanen in Nederland gebroed. Het is vrijwel zeker dat de ortolaan inmiddels uit Nederland is verdwenen.
Aantal broedparen | 0 (in 2023) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | aantal onbekend |
Doortrekkers | 1-100 (in 2008-2012) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Tijdens de voor- en vooral najaarstrek langs de kust. Let op bij korte grasveldjes met kruiden, paardenveldjes en dergelijke. Vaak met enige hogere begroeiing in de buurt.
De ortolaan komt in heel Europa voor, maar prefereert een mediterraan en continentaal klimaat met relatief weinig neerslag in de zomer. Nederland past niet echt in die omschrijving en de Nederlandse verspreiding van de soort is dan ook altijd beperkt gebleven tot het oosten des lands. In bijna alle Europese landen gaat de ortolaan achteruit in aantal, of blijft min of meer stabiel. Een toename is helaas nergens waarneembaar.
De ortolaan staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels als 'verdwenen'. Het verdwijnen van de ortolaan uit ons land is een gevolg van de grootscheepse veranderingen op het platteland. Het verdwijnen van heggen en houtwallen, de afname van de teelt van zomergranen (rogge, haver) en hakvruchten ten faveure van maïs, het verdwijnen van onbewerkte akkerranden en het gebruik van bestrijdingsmiddelen, al deze factoren hebben een rol gespeeld. Ortolanen zijn erg honkvaste vogels, zodat de kans op aanvulling vanuit Vlaamse en Duitse populaties - die overigens ook flink geslonken zijn - gering is. Naast de veranderingen in het landelijk gebied spelen klimaatverandering en de situatie in de overwinteringsgebieden mogelijk ook een grote rol.
Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren. Download het Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN–criteria.
Vogelbescherming staat voor voldoende natuurkwaliteit in het landelijk gebied, zodat ook vogels, net als insecten, bijen, bloemen en vlinders er een plek hebben. Op verschillende manieren werken we daaraan. Samen met natuurorganisaties, boeren en erfbezitters en via onder meer de campagne Red de Boerenlandvogels en diverse voorbeeldprojecten. Of dat genoeg is voor de ortolaan om zich weer te vestigen in Nederland is zeer de vraag, alleen al door de geringe instroom van broedvogels.
Om minimaal een kansje te maken voor nieuwe broedgevallen van de ortolaan is een ander soort veel kleinschaliger landbouw nodig. De ortolaan zoekt op de hoge zandgronden een combinatie van roggeakkers, oude loofhoutwallen en onverharde wegen met kruidenrijke bermen.
De ortolaan is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn ortolanen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de ortolaan wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen, omdat de soort slechts in beperkte mate in Nederland voorkomt.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal