Eurasian Nuthatch, Sitta europaea - Boomklevers (Sittidae)
Boomklevers lopen zowel omhoog als omlaag over een boomstam, vandaar z'n naam. Het zijn holenbroeders die erom bekend staan de opening van hun broedholte te verkleinen door te 'metselen' met modder. Deze metseldrang is vaak zo sterk, dat ook wanneer het gat al de juiste grootte heeft, er in de omgeving toch nog een metselwerk gemaakt wordt.
Rug, vleugels, staart en kop zijn opvallend blauw gekleurd. De borst en de buik zijn oranje/roestbruin van kleur. Tijdens de broedperiode is het mannetje extra opvallend gekleurd. Korte poten met relatief lange tenen, met lange nagels voor goede grip op de boomschors. Spitse, dunne snavel.
Vaak luidruchtig. Luide fluittonen en trillers. Ook kenmerkende, stuiterende roepjes en hoge piep-tonen.
12-14,5 cm
Boomklevers hakken of metselen hun nestopening precies op maat met modder zodat grotere soorten er niet in kunnen. Ze broeden vaak in oude spechtennesten. Bodem van het nest wordt bedekt met schilfers dennenschors en dode blaadjes. Boomklevers die in nestkasten broeden, maken soms een versterkt dakoverstek boven de invliegopening. Ze leggen één of twee keer eieren vanaf april met per legsel meestal 6-9 eieren. Boomklevers broeden vaak meermaals in hetzelfde nest.
Soortenrijke oudere bossen met loofbomen met veel stamoppervlakte en enkele open plekken zijn uitstekend geschikt voor de boomklever. Ook in parken en tuinen te zien. Het voedsel van de boomklever wordt gezocht door nauwkeurig de schors van bomen te inspecteren op insecten. Ook zaden en noten worden gegeten; boomklevers kunnen dan ook gezien worden terwijl ze verwoed inhakken op een met de poten vastgehouden vrucht.
Insecten, zaden en noten. De zaden en noten zetten boomklevers vast tussen de bast van de boom, of ze houden die vast in hun poot om met hun krachtige snavel kapot te kunnen pikken. Vaak te vinden op voedertafels en daar assertief aanwezig.
Boomklevers verblijven het gehele jaar in hun territorium. Jonge boomklevers zwerven rond. Zijn ze gesetteld, dan zijn boomklevers honkvast.
talrijke broedvogel | jaarrond aanwezig
De landelijke broedpopulatie is in het laatste kwart van de twintigste eeuw ruim verdubbeld, dankzij ouder en gevarieerder bos.
Aantal broedparen | 34.000-42.000 (in 2018-2020) |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 90.000-110.000 (in 2013-2015) |
Doortrekkers | Broedvogel - jaarrond aanwezig |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Ouder loofbos. Valt op doordat hij zowel naar boven als naar beneden kruipt over boomstammen.
Boomklevers komen voor in de gematigde delen van Europa; in het hoge noorden en uiterste zuiden komt de boomklever niet voor.
De boomklever is één van de eerste soorten die profiteert van een meer natuurlijk bosbeheer, zoals dat de laatste decennia is toegepast. Daardoor is meer structuur in bossen ontstaan, iets wat boomklevers bijzonder waarderen. Oudere bomen, en dan vooral inheemse eikensoorten, leveren de boomklever volop voedsel. Bovendien zijn natuurlijke bossen rijk aan dode en afstervende bomen en spechten, waardoor er voldoende broedholten zijn. Boomklevers broeden ook in nestkasten, en soms zelfs in muren.
Vetbollen, pinda's en ander vogelvoer eet de boomklever graag. Een stuk boomstam met enkele gaten waarin vet met zaden, of pindakaas, wordt gesmeerd, oefent grote aantrekkingskracht uit op boomklevers. Een oude boom in de tuin (liefst met spechtengaten) en een nestkast in een omgeving met veel bomen kunnen boomklevers aantrekken. Er bestaan speciale boomkleverkasten.
De boomklever is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn boomklevers beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de boomklever wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van boomklevers zijn niet standaard het gehele jaar beschermd. Nader onderzoek kan nodig zijn, omdat de nesten wel jaarrond bescherming genieten als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. In sommige provincies geldt de nestbescherming alleen gedurende het broedseizoen. Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal