Geplaatst op 18 juni 2014
Begin juni benadrukte Staatssecretaris Dijksma in een brief aan de Kamer dat zij ‘streeft naar een ambitieuze vergroening van het GLB die moet leiden tot echte winst voor biodiversiteit’. De natuur-en milieuorganisaties beschouwen de vergroening van het GLB echter als mislukt. De voorgestelde ‘vergroeningsmaatregelen’ zullen de achteruitgang van de biodiversiteit op het platteland niet stoppen en het landschap niet aantrekkelijker maken. Dat bleek onlangs ook uit een publicatie in Science.
De landbouwsector ontvangt jaarlijks honderden miljoenen euro’s aan publiek geld. Het bestaande GLB draagt vrijwel niets bij aan de bescherming van publieke waarden zoals herstel van natuur en behoud van het landschap. Reden voor de Europese Commissie om met het nieuwe GLB een groene weg in te slaan. De nationale uitwerking die nu voorligt, verandert daar echter nauwelijks iets aan. Om met dit nieuwe GLB toch enig resultaat te behalen voor verbetering van de biodiversiteit op het platteland, zal de nationale uitwerking moeten verbeteren op een drietal punten. In een brief aan de Kamer doen de natuur-en milieuorganisaties daar vandaag een concreet voorstel voor. De Tweede Kamer debatteert op 1 juli over de uitwerking van het GLB in Nederland.
Tot grote teleurstelling van Vogelbescherming is de melkveehouderij grotendeels vrijgesteld van vergroeningsmaatregelen, terwijl juist op de graslanden in Nederland grote natuurwinst kan worden behaald. Met het aanwijzen van waardevolle graslanden met een bijbehorende bescherming kan een aantal ‘rijke weides’ worden gered. Vogelbescherming roept de Kamer dan ook op om van deze mogelijkheid gebruik te maken.
Wil de landbouw blijvend kunnen rekenen op steun vanuit de maatschappij, dan moet de jaarlijkse 230 miljoen euro voor vergroening zichtbaar zijn in het landschap; je moet het aan kunnen wijzen en het moet er zoemen, fluiten en bloeien!